Risicotoolbox Bodem

De Risicotoolbox Bodem (RTB) is een instrument dat helpt bij het maken van beslissingen. Het RIVM ontwikkelde de toolbox voor gebruik onder de Omgevingswet en onder overgangsrecht (Wet bodembescherming)

Waar de Risicotoolbox bij kan helpen

De toolbox kan helpen bij de volgende taken:

  • Beoordelen van de risico’s van bodemverontreinigingen
  • Onderbouwen van lokale normen voor de bodem en het grondwater
  • Onderbouwen van lokale normen voor de toepassing van grond of baggerspecie

5 modules

De RTB bestaat uit verschillende modules. De 5 belangrijkste modules zijn:

  1. Sanscrit 2.0 (overgangsrecht)
  2. Sanscrit 3.0 (toevalsvondst)
  3. Concrit (bouwen op verontreinigde bodem)
  4. Risicotoolbox grondwater
  5. Toepassen grond of baggerspecie (afwijkende kwaliteitseisen via maatwerk)

De modules komen na inwerkingtreding van de Omgevingswet beschikbaar via de website Risicotoolboxbodem.nl. Vooruitlopend daarop zijn de modules alvast te raadplegen via de testomgeving van de RTB.

Sanscrit 2.0 (overgangsrecht)

Als een bodemverontreiniging of –sanering onder overgangsrecht valt, blijft de Wet bodembescherming van toepassing. De module Sanscrit 2.0 blijft hiervoor beschikbaar. Hij richt zich op het vaststellen van de spoedeisendheid van een verontreiniging. De spoedeisendheid volgt uit de eventuele aanwezigheid van humane, ecologische of verspreidingsrisico's. De beoordeling is gebaseerd op bijlage 2 van de Circulaire bodemsanering 2013.

Sanscrit 3.0 (toevalsvondst)

De module Sanscrit 3.0 richt zich op het vaststellen of sprake is van een toevalsvondst bodem onder de Omgevingswet. Bij een toevalsvondst gaat het om een verontreiniging die al in de bodem aanwezig is en die risico's geeft voor de mens. Als sprake is van een toevalsvondst, moet de eigenaar van de locatie deze risico's wegnemen. Optioneel biedt Sanscrit 3.0 de mogelijkheid om ook het ecologisch risico en het risico op verspreiding te beoordelen.

Concrit (bouwen op verontreinigde bodem)

De gemeente moet in het omgevingsplan regels opnemen over het toelaten van een bouwactiviteit op een bodemgevoelige locatie. Hiervoor moet de gemeente een waarde vaststellen voor toelaatbare kwaliteit. Deze waarde mag nooit leiden tot risico's voor de mens. Om dit vast te stellen moet de gemeente gebruikmaken van de module Concrit van de RTB. Dit volgt uit artikel 8.28b van de Omgevingsregeling. De module voorziet in een toetsing van de bodemkwaliteit en/of in een toetsing van de waarde voor bouwen in het omgevingsplan, waarbij een overschrijding van het maximaal toelaatbaar risico (MTR) voor de mens, de toelaatbare concentratie in de lucht (TCL-waarden) en geurdrempels niet is toegestaan.

Risicotoolbox grondwater

De Risicotoolbox grondwater is een beslisondersteunend systeem, waarmee de chemische kwaliteit van grondwater te beoordelen is. Het gaat om de risico's bij het omgaan met historische grondwaterverontreinigingen. De tool richt zich op 6 beschermdoelen en beoordeelt of er sprake is van een zogenaamde dynamische situatie. De Risicotoolbox grondwater is bedoeld voor gebruik door het bevoegd gezag, de beheerder van het grondwater en de gebruiker van grondwater.

Toepassen van grond of baggerspecie (afwijkende kwaliteitseisen via maatwerk)

De module 'Toepassen van grond of baggerspecie' biedt ondersteuning bij het vaststellen van maatwerk voor afwijkende kwaliteitseisen bij het toepassen van grond of baggerspecie. De gemeente kan hem gebruiken bij het onderbouwen en motiveren van maatwerkregels in het omgevingsplan. Of bij het beoordelen van aanvragen van maatwerkvoorschriften. Dit is vergelijkbaar met het afleiden van lokale maximale waarden onder het gebiedsspecifieke beleid van het Besluit bodemkwaliteit.

Met de module kan de gemeente per stof nagaan of sprake is van humane, ecologische en landbouwrisico's voor de 7 verschillende bodemfuncties die zijn gedefinieerd binnen NOBO (Normstelling en bodemkwaliteitsbeoordeling).

Achtergrondinformatie