Verspreidingsrisico’s: een goede motivatie is het halve werk
In deze tussenuitspraak heeft de Raad van State overwogen dat de beschikking ernst en spoed van het bevoegd gezag Wbb niet op een deugdelijke motivering berustte. Het bevoegd gezag is in de gelegenheid gesteld dit gebrek te herstellen. Zij heeft het besluit nader gemotiveerd met een brief (pdf, 1.8 MB). De Raad van State heeft op 9 april 2014 in deze zaak uitspraak gedaan en achtte de nadere motivering voldoende. De toepassing van de Circulaire bodemsanering wordt daarmee vooralsnog in stand gehouden.
Hoewel deze uitspraak een bevestiging is voor het uit te voeren bodemsaneringsbeleid, is hiermee nog geen eenduidige lijn door de Raad van State aangenomen. Momenteel ligt er een andere zaak ter beoordeling. Dat er in relatief korte tijd twee soortgelijke (tussen)uitspraken worden gegeven, is een signaal om de uitvoeringspraktijk serieus te nemen. Te beginnen door de beschikkingen ernst en spoed stapsgewijs te motiveren en de specifieke risico’s te benoemen, zodat helder is op welke wijze het bevoegd gezag tot haar besluit is gekomen.