Wijzigingsbesluit financiële bepalingen bodemsanering gepubliceerd

Gepubliceerd 25 april 2017

In het Staatsblad is een wijziging van het  Besluit financiële bepalingen bodemsanering (Bfbb) geplaatst. Dit wijzigingsbesluit treedt per 1 juli 2017 in werking. Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van dit besluit treedt ook een aanpassing van de regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 in werking. De aanpassingen moeten bijdragen tot een versnelling van de sanering van bedrijfsterreinen.

Aanleiding

De aanleiding voor de aanpassing van Besluit financiële bepalingen bodemsanering (hierna Bfbb) is de ondertekening van het Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015. In dit convenant heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu Infrastructuur en Waterstaat) met VNO-NCW en MKB-Nederland de intentie uitgesproken om het Besluit en bijbehorende Regeling aan te passen om de bodemsaneringsoperatie te stimuleren en de werkvoorraad zo optimaal mogelijk af te ronden voor 2030.

Belangrijkste wijziging: opgenomen termijnen

Om te bereiken dat met saneringen op korte termijn wordt aangevangen wordt in het Besluit een aantal termijnen opgenomen. Hierdoor zal de urgentie om tot saneren met een subsidie over te gaan worden verhoogd. Bedrijven zullen een keuze moeten maken om ofwel binnen deze termijnen tot sanering over te gaan en af te ronden met een bijdrage van de overheid, ofwel de sanering op eigen kosten op een later moment uit te voeren. De opgenomen termijnen betreffen verschillende stadia in het proces:

  • Om voor een subsidie in aanmerking te komen dient uiterlijk 31 december 2023 een saneringsplan of BUS melding te zijn ingediend.
  • Het indienen van een subsidieaanvraag dient voor 1 januari 2025 (de vervaldatum van het Besluit) plaats te vinden.
  • In de verleningsbeschikking moet opgenomen worden dat de sanering voor 1 januari 2030 dient te zijn afgerond. Ook dient de subsidievaststelling uiterlijk voor deze datum te zijn ingediend.

Overige wijzigingen

De overige wijzigingen die worden doorgevoerd zijn:

  • Een betere afstemming op het instrumentarium van de Wet bodembescherming, zoals de gebiedsgerichte aanpak van grondwaterverontreiniging. Voor de situatie dat een deel van de sanering wordt overgedragen aan de overheid is nu ook de mogelijkheid opgenomen om bij de subsidieaanvraag en de subsidieverlening en de subsidievaststelling hiermee rekening te houden.
  • Meer ruimte voor maatwerk en minder drempels in het proces voor het verkrijgen van subsidie, zoals rond het verstrekken van een voorschot en het uitvoeren van een sanering in aangegeven delen.
  • Verder is de voorwaarde bij subsidieverlening geschrapt dat het betrokken bedrijfsterrein niet binnen vijf jaar na instemming met het evaluatieverslag, een gevoeliger gebruik dan bedrijfsterrein mag krijgen. In plaats daarvan is nu eenduidig bepaald dat alleen de saneringskosten in de beschouwing worden genomen die nodig zouden zijn om het terrein te saneren met het oog op voortzetting van de functie van bedrijfsterrein.

Meer informatie