Eindevaluaties Zandmaas/ Grensmaas en Ruimte voor de Rivier aangeboden aan Tweede Kamer

Gepubliceerd 28 maart 2018

Op 22 maart 2018 heeft minister Cora van Nieuwenhuizen Wijbenga de eindevaluaties Zandmaas/Grensmaas en Ruimte voor de Rivier aangeboden aan de Tweede Kamer.

Rivierenlandschap

Foto: © J. v. Houdt | Rijkswaterstaat

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft op 8 februari 2017 besloten de procedure die leidt tot beëindiging van de grootprojectstatus van het project Rijksregioprogramma Zandmaas/Grensmaas en van het project Ruimte voor de Rivier in gang te zetten. In dat kader heeft de commissie de minister van IenW verzocht een eindevaluatie op te stellen.

De minister concludeert uit de eindevaluaties dat Zandmaas/Grensmaas en Ruimte voor de Rivier succesvol verlopen programma's zijn. De programma's hebben hun doelstellingen behaald, binnen het toegekende budget en grotendeels binnen de vooraf ingeschatte tijd. De grootprojectstatus heeft geleid tot extra focus, sturing en snelheid. De beide eindevaluaties zijn door onafhankelijke adviesbureaus uitgevoerd.

Hoofdconclusie

Zandmaas/Grensmaas en Ruimte voor de Rivier zijn twee programma's die opgesteld zijn naar aanleiding van de hoogwaters in de rivieren van 1993 en 1995. Het is de verwachting dat de maatgevende rivierafvoeren zullen toenemen. Het kabinet heeft er met beide programma’s voor gekozen de vereiste veiligheid zoveel mogelijk te bereiken door het nemen van maatregelen die voorkomen dat de hoogwaterstanden steeds verder stijgen. Dit betekent dat het accent verschoof van dijkverbetering naar rivierverruiming, waarbij zowel buitendijkse als binnendijkse maatregelen zijn ingezet. Dit bracht een gedeeltelijke herinrichting van het rivierengebied met zich mee.

Beide programma’s kennen naast hun hoogwaterveiligheidsdoelstelling, andere doelstellingen: natuur en zand/grindwinning voor Zandmaas/Grensmaas en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit voor Ruimte voor de Rivier. De doelstellingen zijn via integrale maatregelen gerealiseerd. Beide programma's zijn uitgevoerd in een intensieve samenwerking tussen rijk en regionale overheden.

Bij Grensmaas is ook intensief samengewerkt met de Vlaamse Overheid. Vervolgens heeft het bedrijfsleven in samenwerking met de overheid of via zelfrealisatie deze projecten daadwerkelijk in het veld gerealiseerd.

Uit de eindevaluaties blijkt dat beide programma's hun doelstellingen, binnen het toegekende budget (Zandmaas/Grensmaas bijna €550 miljoen (en ongeveer €1 miljard zelfrealisatie door de markt), Ruimte voor de Rivier €2,3 miljard) en voor het grootste deel binnen de van tevoren opgestelde planning hebben behaald.

De evaluaties van beide programma’s en de deelevaluaties van Ruimte voor de Rivier zijn te vinden op de publicatiebank.

Overstroomde rivier

Trots op Zandmaas/Grensmaas en Ruimte voor de Rivier

Bij de recente hoogwatersituatie van begin 2018 hebben de opgeleverde projecten hun werking getoond. De minister is zich ervan bewust dat er ook mensen zijn, van wie het leven drastisch is veranderd door de programma’s, omdat zij hun huizen en/of (landbouw)bedrijven hebben moeten opgeven of aanpassen. Hun particuliere belangen hebben moeten wijken voor het algemeen belang. De overheid heeft hen, zoveel als mogelijk, hiervoor gecompenseerd.

Zij vindt verder dat de projecten Zandmaas/Grensmaas en Ruimte voor de Rivier een toonbeeld is van hoe samenwerking tussen overheden, met participatie van bewoners en met marktpartijen tot doelgerichte projectrealisatie kan leiden met de beoogde maatschappelijk meerwaarde als resultaat. De opstellers van beide eindevaluaties hebben opgemerkt dat ze in alle interviews een gevoel van bijzondere trots hebben geconstateerd. Mensen zijn trots en enthousiast dat ze aan deze programma’s hebben meegewerkt.

Het rivierengebied is door uitvoering van beide programma's veiliger geworden en economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt. Er is meerwaarde gecreëerd voor bewoners, recreanten, bedrijfsleven en natuur.

Ga zelf ook eens kijken

Waterveiligheid en Nederland zijn nooit af. De diverse inhoudelijke, procesmatige en beheersmatige ervaringen uit beide grote projecten, worden actief verspreid binnen en buiten het ministerie en binnen en buiten de watersector, onder andere via conferenties en documentatie op websites. De minister bevordert dat de opgedane kennis uit deze programma’s haar weg vindt in de nieuwe water- en andere MIRT-programma’s. Dat zal zij bijvoorbeeld komend jaar doen bij de bestuurlijke afspraken over de Lange Termijn Ambitie Rivieren, waarin Rijk en regio samen uitwerking geven aan de voorkeursstrategie rivieren (samenspel dijkversterking en rivierverruiming) uit het Deltaprogramma.

Het is zeer de moeite waard de projecten met eigen ogen te gaan zien. Dat is boeiend bij hoogwatersituaties, als de maatregelen hun werking laten zien. Ook onder gewone omstandigheden is de kwaliteitsverbetering die tot stand is gebracht de moeite van het bezichtigen en beleven waard.