Positie bedrijfsleven binnen Uitvoeringsprogramma:

Gepubliceerd 27 maart 2018

"In vroeg stadium meepraten over opgaven bodem en ondergrond"

De bodem is zeker niet alleen het terrein van overheden. Ook het bedrijfsleven heeft er grote belangen liggen. Bovendien kan het bedrijfsleven een belangrijke rol spelen bij het vormgeven van oplossingen voor bodemgerelateerde opgaven. Ton Ravesloot en Jan Fokkens – beiden van VNO-NCW en MKB-Nederland en in verschillende functies betrokken bij het Uitvoeringsprogramma – over de rol en positie van het bedrijfsleven.

“Allereerst heeft het bedrijfsleven – groot en klein – belang bij een schone bodem en schoon water”, zegt Fokkens, lid van het uitvoeringsteam van het UP. “Dat zijn zeker niet alleen drinkwaterbedrijven, of bedrijven die levensmiddelen produceren, zoals brouwerijen. Ook petrochemische bedrijven, of bedrijven in de metaalsector kunnen niet zonder schoon water en een bodem die geschikt is voor hun functie. Het bedrijfsleven zet zich vanuit dit belang daarom in voor het goed afronden van de saneringsoperatie.”

Bodem speelveld maatschappelijke opgaven

Behalve op de saneringsoperatie richt het geïntegreerde Uitvoeringsprogramma Bodem & Ondergrond zich ook op de transitie naar het duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van de ondergrond. De bodem is het speelveld van een aantal grote maatschappelijke ontwikkelingen. Ravesloot, UP-stuurgroeplid: “Dan gaat het bijvoorbeeld om dossiers als energie en klimaat. Dat zijn voor ons belangrijke thema’s. Gemeenten moeten warmteplannen maken omdat we in Nederland uiteindelijk van het aardgas af willen. Daar hebben we natuurlijk direct mee te maken, omdat we als bedrijfsleven zelf ook warmte gebruiken. Maar bovendien is er binnen het bedrijfsleven ook veel kennis in huis die een belangrijke rol kan spelen bij het vormgeven van een oplossing – het bedrijfsleven is toch vaak de motor achter innovatie. Wij willen dus graag meepraten en liefst in een zo vroeg mogelijk stadium in dit soort dossiers meedraaien.”

Omgevingswet; samenwerking steeds belangrijker

Dat meepraten is ook om een andere reden van belang, maakt Fokkens duidelijk: “De Omgevingswet doet zijn intrede en die wet brengt ook een andere aanpak ven ruimtelijke ontwikkelingen met zich mee. Meer dan in de huidige situatie zal er sprake zijn van een regionale uitvoering van zaken. Dat – in samenspel met de verbreding van de maatschappelijke opgaven – betekent dat samenwerking tussen verschillende partijen steeds belangrijker wordt. Het is daarom van groot belang elkaar – gemeenten en maatschappelijke partners, waaronder het bedrijfsleven – op te zoeken en het goede gesprek te voeren.”

Regionale kennistafels

Eén van de manieren waarop dat gesprek handen en voeten krijgt, is het organiseren van kennistafels in de regio waar gemeenten, provincies, rijk en bedrijfsleven kennis delen en ontwikkelen, maakt Ravesloot duidelijk: “Zodat er in de regio zowel bij de overheidspartijen als bij het bedrijfsleven genoeg kennis en weet is van wat er met de omgevingswet op de partijen afkomt en duidelijk is hoe alle betrokkenen daarin staan en wat ze van elkaar kunnen verwachten. Op het moment dat we dat goede gesprek in de regio als Uitvoeringsprogramma niet goed organiseren, dan laten we kansen liggen en komen we niet verder.”
“Naast het organiseren van die kennistafels, is het ook erg belangrijk nu al na te denken over de periode nadat het convenant is afgelopen”, zegt Fokkens. “Het moet niet zo zijn dat straks weer ieder zijns weegs gaat en de kennis en deskundigheid die we hebben ontwikkeld naar de achtergrond verdwijnt. Daarom moeten nu al voorsorteren op de manier waarop we straks – na 2021 – willen blijven samenwerken.”