De Activiteitenregeling wijzigt per 1 juli 2019

Gepubliceerd 17 juni 2019

Op 20 mei 2019 is een regeling tot wijziging van de Activiteitenregeling en de Regeling omgevingsrecht in verband met technische normen en de actualisatie van bijlagen gepubliceerd in de Staatscourant 2019 nr. 23546. De wijzigingsregelingen treden per 1 juli 2019 in werking.

Over bodembescherming worden de volgende wijzigingen in de Activiteitenregeling doorgevoerd:

Artikel 1.1

Aan artikel 1.1 wordt in de alfabetische rangschikking het volgende begrip met de daarbij behorende begripsomschrijving ingevoegd: aaneengesloten bodemvoorziening: vloer, verharding of constructie die stoffen tijdelijk keert, waarvan eventuele onderbrekingen of naden zijn gedicht;.

Toelichting: De definitie wordt toegevoegd in verband met wijziging van artikel 3.27 van deze regeling.

Artikel 2.2

Aan artikel 2.2, vierde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij bemonstering van grondwaterpeilbuizen bij een ondergrondse opslagtank met stoffen waarvoor geen NEN of ISO is vastgesteld voor het onderzoek naar de aanwezigheid daarvan, worden de monsters onderzocht volgens een methode die daarvoor geschikt is.

Toelichting: Peilbuizen moeten worden bemonsterd en geanalyseerd op de stoffen die in een ondergrondse opslagtank worden opgeslagen. Niet voor al deze stoffen bestaat een gestandaardiseerde analysemethode, vastgelegd in een NEN, NEN-EN of ISO, waarnaar kan worden verwezen in artikel 2.2, vierde lid. Op grond van het nieuwe vierde lid moet voor stoffen waarvoor geen gestandaardiseerde analysemethode is vastgesteld, gebruik worden gemaakt van een methode die geschikt is om de aanwezigheid daarvan vast te stellen. Het laboratorium dat de analyse heeft verricht geeft in het analyserapport een verantwoording over de gebruikte methode. Dat is een verplichting die voortvloeit uit AS SIKB 3000 waarvoor het laboratorium moet beschikken over een erkenning bodemkwaliteit. Op grond van het Besluit bodemkwaliteit is het laboratorium verplicht om bij het verrichten van analyses te voldoen aan AS SIKB 3000.

Artikel 3.27

Aan artikel 3.27 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:3. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan om motorvoertuigen en werktuigen voor agrarische activiteiten, uitwendig te wassen boven een aaneengesloten bodemvoorziening, waarbij geen directe afvoer voor afvalwater en hemelwater van de aaneengesloten bodemvoorziening naar een oppervlaktewaterlichaam aanwezig is. De bij het wassen vrijkomende vloeistoffen lopen niet over de rand van de aaneengesloten bodemvoorziening.

Toelichting: Met de toevoeging van een derde lid aan artikel 3.27 is het toegestaan om motorvoertuigen en werktuigen die gebruikt worden bij agrarische activiteiten te wassen op een aaneengesloten bodemvoorziening. Dit geldt voor motorvoertuigen en werktuigen die worden gebruikt bij agrarische activiteiten waarmee al dan niet gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast.

Artikel 3.27c

Artikel 3.27c wordt als volgt gewijzigd:

  • In het derde lid, aanhef, wordt ‘Het tweede lid, onderdeel a’ vervangen door ‘Onderdeel a van het eerste en tweede lid’.
  • In het derde lid, onderdeel b, wordt na ‘de wrakken’ ingevoegd ‘of onderdelen van wrakken’.

Toelichting: Autowrakken en wrakken van tweewielige motorvoertuigen worden volgens het derde lid opgeslagen boven een vloeistofdichte vloer of lekbak. Voor de onderdelen uit deze wrakken was onder deze activiteit niets geregeld, waardoor de opslag van onderdelen van wrakken waaruit bodembedreigende stoffen kunnen lekken volgens artikel 3.43, eerste lid, boven een vloeistofdichte vloer of verharding moest worden opgeslagen. Het is van de wetgever echter altijd de bedoeling geweest om de opslag voor de onderdelen van wrakken ook boven een lekbak toe te staan. Met deze wijziging is hersteld dat de onderdelen ook boven een lekbak mogen worden opgeslagen.

Artikel: 3.35

In tabel 3.35, behorende bij artikel 3.35, tweede lid wordt ‘Volledig gecoat overeenkomstig BRL K790 of BRL K779’ vervangen door ‘Volledig gecoat overeenkomstig BRL K790 en BRL K779’.

Toelichting: De BRL K779 geeft eisen aan de inwendige bekleding (coating, verfsystemen) voor stalen opslagtanks en de BRL K790 geeft eisen aan het appliceren (stralen, reinheid en ruwheid bepalen) van het aanbrengen van deze coating/verfsystemen op een stalen oppervlak. Alleen een inwendige bekleding (coating) volgens de BRL K779 die is aangebracht volgens de BRL K790 kan de integriteit van de tankinstallatie zodanig verhogen waardoor een verruiming van de keurings- en herkeuringstermijn gerechtvaardigd is.

Artikel 3.71d

Artikel 3.71d wordt als volgt gewijzigd:

  • Het eerste lid komt te luiden: Een stationaire bovengrondse opslagtank met de daarbij behorende leidingen en appendages voor het opslaan van gasolie is geïnstalleerd en wordt onderhouden en gerepareerd overeenkomstig BRL K903 door een persoon of instelling die is gecertificeerd overeenkomstig die BRL. De opslagtank met de daarbij behorende leidingen en appendages wordt beoordeeld en goedgekeurd overeenkomstig BRL K903 door een persoon of instelling die is gecertificeerd overeenkomstig dat document.
  • Onder vernummering van het tweede lid tot en met zestiende lid tot vierde lid tot en met achttiende lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
    • Ondergrondse leidingen inclusief appendages worden beoordeeld en goedgekeurd overeenkomstig AS 6800 door een persoon of instelling die beschikt over een erkenning overeenkomstig dat document.
    • De opslagtank met de daarbij behorende leidingen en appendages wordt gecontroleerd overeenkomstig AS 6800 door een persoon of instelling die beschikt over een erkenning overeenkomstig dat document.
  • In tabel 3.71d, behorende bij het achtste lid (nieuw), wordt ‘Volledig gecoat overeenkomstig BRL K790 of BRL K779’ telkens vervangen door ‘Volledig gecoat overeenkomstig BRL K790 en BRL K779’.
  • In het tiende lid (nieuw), onderdeel b, wordt ‘van de dubbelwandige leidingen’ vervangen door ‘van de lekdetectie van de dubbelwandige leidingen.
  • In het twaalfde lid (nieuw) wordt ‘het derde lid’ vervangen door ‘het vijfde lid’.
  • In het dertiende lid (nieuw) wordt ‘het tiende lid’ vervangen door ‘het twaalfde lid’.
  • In het veertiende lid (nieuw) wordt ‘het achtste lid’ vervangen door ‘het tiende lid’.
  • In het vijftiende lid (nieuw) wordt ‘het achtste lid’ vervangen door ‘het tiende lid’.
  • In het zestiende lid (nieuw) wordt ‘het negende en dertiende lid’ vervangen door ‘het elfde en vijftiende lid’.
  • In het zeventiende lid (nieuw) wordt ‘het derde lid’ vervangen door ‘het vijfde lid’.
  • In het achttiende lid (nieuw) wordt ‘het vijftiende lid’ vervangen door ‘het zeventiende lid’.

Toelichting: Aan artikel 3.71d zijn twee leden toegevoegd. De BRL K903 regelt wel de beoordeling en keuring van de bovengrondse opslagtank met daarbij behorende leidingen en appendages, maar niet de ondergrondse delen (ondergrondse leidingen en appendages) indien deze aanwezig zijn bij een bovengrondse tankinstallatie. Daarvoor moet verwezen worden naar het normdocument AS 6800. De controles genoemd in het derde lid worden uitgevoerd volgens het normdocument AS 6800.

De tabel behorende bij het artikel is aangepast om de volgende reden. De BRL K779 geeft eisen aan de inwendige bekleding (coating, verfsystemen) voor stalen opslagtanks en de BRL K790 geeft eisen aan het appliceren (stralen, reinheid en ruwheid bepalen) van het aanbrengen van deze coating/verfsystemen op een stalen oppervlak. Alleen een inwendige bekleding (coating) volgens de BRL K779 die is aangebracht volgens de BRL K790 kan de integriteit van de tankinstallatie zodanig verhogen waardoor een verruiming van de keurings- en herkeuringstermijn gerechtvaardigd is.

Artikel 3.71f

In artikel 3.71f, zevende lid, wordt ‘Een opslagtank’ vervangen door ‘Een stalen opslagtank’.

Toelichting: De eis om stalen bovengrondse opslagtanks met afgewerkte olie jaarlijks te legen komt voort uit de verplichting om stalen bovengrondse tanks jaarlijks te controleren op water zoals gesteld in art 3.71d eerste lid (volgens AS 6800) want water kan de tank van binnen corroderen. Wanneer de tank afgewerkte olie bevat hoeft de controle op water hiervoor niet plaats te vinden want deze wordt jaarlijks geleegd (indien de tank water zou bevatten wordt dit jaarlijks verwijderd). Voor bovengrondse tanks van kunststof geldt de controle op water niet (kunnen niet corroderen) en hoeft dus ook niet jaarlijks geleegd te worden maar kan er worden aangesloten bij de regels voor het verwijderen van afvalstoffen.

Artikel 4.9a

Artikel 4.9a wordt als volgt gewijzigd:

  • In het eerste lid, wordt na ‘in afwijking van artikel’ ingevoegd ‘4.3 tot en met’.
  • In tabel 4.9a, behorende bij het vijfde lid, wordt ‘Volledig gecoat overeenkomstig BRL K790 of BRL K779’ telkens vervangen door ‘Volledig gecoat overeenkomstig BRL K790 en BRL K779’.

Toelichting: De BRL K779 geeft eisen aan de inwendige bekleding (coating, verfsystemen) voor stalen opslagtanks en de BRL K790 geeft eisen aan het appliceren (stralen, reinheid en ruwheid bepalen) van het aanbrengen van deze coating/verfsystemen op een stalen oppervlak. Alleen een inwendige bekleding (coating) volgens de BRL K779 die is aangebracht volgens de BRL K790 kan de integriteit van de tankinstallatie zodanig verhogen waardoor een verruiming van de keurings- en herkeuringstermijn gerechtvaardigd is.

Artikel 4.15

Artikel 4.15 wordt als volgt gewijzigd:

  • Het eerste lid komt te luiden: Een stationaire bovengrondse opslagtank met de daarbij behorende leidingen en appendages voor het opslaan van halfzware olie, polyesterhars of stoffen van de klasse 8 van het ADR, verpakkingsgroepen II en III zonder bijkomend gevaar, is geïnstalleerd en wordt onderhouden en gerepareerd overeenkomstig BRL K903, door een bedrijf dat op grond van die BRL daartoe is gecertificeerd. De opslagtank, bedoeld in de eerste volzin wordt beoordeeld en goedgekeurd overeenkomstig BRL K903, door een persoon of instelling die is gecertificeerd overeenkomstig dat document.
  • Onder vernummering van het tweede lid tot en met elfde lid tot derde lid tot en met twaalfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
    • Ondergrondse leidingen inclusief appendages worden beoordeeld en goedgekeurd overeenkomstig AS 6800 door een persoon of instelling die beschikt over een erkenning overeenkomstig dat document.
  • In tabel 4.15, behorende bij het zesde lid (nieuw), wordt ‘Volledig gecoat overeenkomstig BRL K790 of BRL K779’ vervangen door ‘Volledig gecoat overeenkomstig BRL K790 en BRL K779’.
  • In het zevende lid (nieuw) wordt ‘het derde lid’ vervangen door ‘het vierde lid’.
  • In het achtste lid (nieuw) wordt ‘het zesde lid’ vervangen door ‘het zevende lid’.
  • In het elfde lid (nieuw) wordt ‘het derde lid’ vervangen door ‘het vierde lid’.
  • In het twaalfde lid (nieuw) wordt ‘het tiende lid’ vervangen door ‘het elfde lid’.

Toelichting: Aan artikel 4.15 is een lid toegevoegd. De BRL K903 regelt wel de beoordeling en keuring van de bovengrondse opslagtank met daarbij behorende leidingen en appendages, maar niet de ondergrondse delen (ondergrondse leidingen en appendages) indien deze aanwezig zijn bij een bovengrondse tank. Daarvoor moet verwezen worden naar het normdocument AS SIKB 6800.

De tabel behorende bij het artikel is aangepast om de volgende reden. De BRL K779 geeft eisen aan de inwendige bekleding (coating, verfsystemen) voor stalen opslagtanks en de BRL K790 geeft eisen aan het appliceren (stralen, reinheid en ruwheid bepalen) van het aanbrengen van deze coating/verfsystemen op een stalen oppervlak. Alleen een inwendige bekleding (coating) volgens de BRL K779 die is aangebracht volgens de BRL K790 kan de integriteit van de tankinstallatie zodanig verhogen waardoor een verruiming van de keurings- en herkeuringstermijn gerechtvaardigd is.

Artikel 4.104h

Artikel 4.104h komt te luiden: Ten behoeve van het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico wordt bij het inwendig reinigen en ontsmetten van vrachtwagens en andere transportmiddelen het afvalwater van de vrachtwagen naar het afvoerpunt afgevoerd via een vloeistofkerende vloer of verharding, waarbij ervoor wordt gezorgd dat geen afvalwater buiten de vloer of voorziening terecht kan komen.

Toelichting: Het transportmiddel wordt eerst uitgespoten met warm water en vervolgens handmatig (met sproeimiddel) ontsmet met ontsmettingsmiddelen. Het ontsmettingsmiddel wordt niet nagespoeld, omdat anders de werking van het middel teniet wordt gedaan. Pas na het volgende transport worden de ontsmettingsmiddelen weggespoten. De hoeveelheid afvalwater met ontsmettingsmiddelen is dus zeer beperkt, aangezien er dan reeds verdamping heeft plaatsgevonden. Daarnaast mag volgens artikel 4.104b, derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer het afvalwater, afkomstig van het inwendig reinigen of ontsmetten van vrachtwagens of andere transportmiddelen waarin dieren zijn vervoerd, op of in de bodem worden geloosd indien het afvalwater gelijkmatig wordt verspreid over de onverharde bodem. De milieu hygiënische belasting op de bodem is dus beperkt, waardoor het wassen op een vloeistofkerende vloer of verharding een voldoende bodembeschermende voorziening is.