Leo Hamerlinck, projectleider Kennis van het UP: “Kennis moet effectief kunnen stromen”

Gepubliceerd 8 april 2019

Ontwikkeling, verspreiding en borging van kennis over de bodem en ondergrond zijn cruciaal om dit deel van het ruimtelijk domein duurzaam en efficiënt te beheren en te gebruiken. Zeker ook wanneer het gaat om de rol die bodem en ondergrond kunnen spelen bij een integrale aanpak van maatschappelijke opgaven zoals energietransitie en klimaatadaptatie. Leo Hamerlinck, projectleider Kennis van het UP, over het laten stromen van kennis.

Ontwikkelde kennis die als een rapport in een la verdwijnt, heeft maar weinig toegevoegde waarde. Hamerlinck: “Het is voor het UP essentieel dat de kennis die in projecten ontwikkeld wordt ook daadwerkelijk in de praktijk toepassing vindt. Dat vraagt allereerst inzicht in de kennisbehoefte van bijvoorbeeld decentrale overheden. Wat zijn de maatschappelijke opgaven met een ondergrondse component waar zij aan werken? Op welke gebieden hebben zij behoefte aan kennis? Vervolgens is het zaak dat zowel ontwikkelaars van kennis als kennisvragers gezamenlijk rond die thema’s optrekken. Dan krijg je automatisch een sluitende kennisketen. Je bouwt kennis op en je zorgt er tegelijkertijd voor dat die kennis doorwerkt en direct wordt toegepast. Dat is de filosofie waar we op dit moment sterk op inzetten.”

Thema’s waar energie op zit

Concreet heeft die insteek de afgelopen anderhalf jaar geleid tot het opzetten van consortia van ontwikkelaars (zoals kennisinstituten) en vragers van kennis (zoals decentrale overheden) die op verschillende onderwerpen actief zijn: klimaat, landbouw, nieuwe bedreigende stoffen en de omgevingswet. “We hebben nog twee jaar convenant te gaan, en willen aansluiten bij de maatschappelijke dynamiek en vooral focussen op thema’s waar ‘energie op zit’. Letterlijk soms, want energietransitie is zo’n thema. Veel gemeenten zijn daar mee bezig, net als bijvoorbeeld met klimaatadaptatie en klimaatstresstesten. Rond die onderwerpen, waarin ook bodem en ondergrond een belangrijke rol spelen, zie je een heel duidelijke en concrete vraag naar kennis. Wanneer je rond die behoefte netwerken opbouwt, waarin decentrale overheden, kennisinstellingen, adviesbureaus en bedrijfsleven deelnemen, kun je kennis heel effectief laten stromen.”

Ontsluiting en borging van kennis

Ondanks de zorg van het UP voor een goed sluitende kennisketen, blijft het op de juiste plek laten landen van kennis – daar waar er behoefte aan is – een belangrijk punt van aandacht, maakt Hamerlinck duidelijk. “Vooral de kleinere gemeenten met een ‘halve’ bodemmedewerker in dienst die ook nog bouw en woningtoezicht doet, hebben het soms lastig. Die hebben niet de tijd en capaciteit om te participeren in allerlei kennisontwikkelingstrajecten. Die hebben soms zelfs geen tijd om alles wat er aan kennis is ontwikkeld en beschikbaar is via bijvoorbeeld internet, tot zich te nemen. Wat dat betreft moet er zeker nog wel een slag gemaakt worden. Daaraan gerelateerd, maar meer in algemene zin, is het ontsluiten en borgen van kennis cruciaal. Ook wanneer het UP straks over twee jaar ophoudt te bestaan. Dan ligt er heel veel kennis die niet verloren mag gaan. We moeten er nu al over nadenken hoe we een infrastructuur bouwen waarmee we de kennis kunnen blijven behouden en beter beschikbaar kunnen maken.”


Beeldmerk UP Bodem & Ondergrond