Omgaan met verspreidingsbeleid waterbodems: “Opgaven niet afwentelen, maar samen zoeken naar kansen”

Gepubliceerd 11 juli 2019

Waterschappen hebben van oudsher de mogelijkheid om de baggerspecie die vrijkomt bij het baggeren van hun watergangen in de directe omgeving te verspreiden. Met de omgevingswet verandert de situatie. Dat leidde bij zowel waterschappen als gemeenten tot enige ongerustheid. Het onderzoek ‘Omgaan met verspreidingsbeleid waterbodems’ laat zien dat er een wereld gewonnen is, wanneer waterschappen en gemeenten zich elkaars opgave aantrekken.

“Het onderzoek is in feite een analyse van wat er onder de omgevingswet gaat veranderen ten opzichte van de huidige praktijk van het verspreiden van baggerspecie”, zegt Fred de Haan, bij het onderzoek betrokken namens de Unie van Waterschappen. “De eerste versie van het Aanvullingsbesluit Bodem was voor de waterschappen reden tot zorg. Er was opeens sprake van andere regels. Nu al staan gemeenten zelden te juichen als wij bagger willen verspreiden. We vreesden de situatie dat, wanneer gemeenten maatwerkvoorschriften zouden mogen maken, de verspreiding echt een probleem zou worden.”

Discussies in de toekomst voorkomen

“Gelukkig heeft het ministerie vrij snel duidelijk gemaakt dat gemeenten alleen onder bijzondere omstandigheden maatwerkvoorschriften mogen opstellen”, vervolgt De Haan. “Maar ondanks die geruststelling hebben we gezegd: laten we onderzoeken hoe we hier als waterschappen en gemeenten tegenaan kijken en hoe we discussies in de toekomst kunnen voorkomen. Toen werd ook duidelijk dat niet alleen waterschappen zich zorgen maakten, maar gemeenten ook. Bijvoorbeeld omdat we ten opzichte van de oude situatie onder de nieuwe wet in een ruimer gebied mogen verspreiden.”

Samen verantwoordelijk

Marcel Koeleman, voorzitter van het gemeentelijk netwerk bodem&ondergrond WEB: “Het onderzoek is heel waardevol geweest. Ik denk dat we er gezamenlijk op zijn uitgekomen dat we onder de omgevingswet op een andere manier met elkaar moeten gaan samenwerken. Waterschappen, gemeenten en provincies hebben elk hun eigen opgaven. Maar we zijn samen in een gebied verantwoordelijk voor het beheer van het bodem- en watersysteem. Dat betekent dat je de eigen opgaven niet op de ander moet afwentelen. Je moet je juist elkaars opgaven aantrekken.”

Circulair gebruik van grondstoffen

“Eigenlijk zouden gemeente en waterschap met elkaar om tafel moeten gaan om te bedenken hoe en waar het gebaggerde materiaal in het gebied toegepast kan worden”, zegt Koeleman. “Het levert op die manier ook een bijdrage aan circulair gebruik van grondstoffen.”

Kansen verzilveren en gezamenlijk belang centraal

Ook De Haan is ervan overtuigd dat de oplossing voor de opgave gezocht moet worden in gezamenlijkheid. “In een tweede fase van dit project willen we alle betrokken partijen niet alleen informeren over wat er met de komst van de omgevingswet verandert, we willen vooral ook dieper ingaan op de mogelijkheden om kansen te verzilveren. Denk aan het hergebruik van baggerspecie om bodemdaling tegen te gaan of te gebruiken als landbouwgrond. Ook zijn er ideeën om door het aanbrengen van een laag specie op veengebied de CO2-uitsoot te beperken. Laten we vooral onze gezamenlijke belangen centraal stellen.”


Beeldmerk UP Bodem & Ondergrond