Gebruik van Basisregistratie Ondergrond levert kansen op

Gepubliceerd 20 mei 2020

Gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten als Rijkswaterstaat (RWS (Rijkswaterstaat)) hebben allemaal te maken met de Basisregistratie Ondergrond (BRO).  Zij leveren gegevens aan, maar gebruiken die ook – en dat levert kansen op. Bijvoorbeeld bij grote RWS-projecten, zoals de verdubbeling van de N33 bij Groningen. 'We hebben daar vroeg in het planproces de gegevens uit de BRO gebruikt. Als je zo’n registratie goed inricht, levert het zeer waardevolle informatie op.'

Het sluitstuk van de basisregistraties. Zo noemt Bart van der Roest de Basisregistratie Ondergrond, waar hij sinds 2016 aan werkt. Een grote database van alles wat we weten van de ondergrond, vanaf circa 1 meter diepte. Zoals de Basisregistratie voor Personen alle inwoners van Nederland bevat, zo bevat de BRO alle gegevens van de samenstelling van de Nederlandse bodem. Alles, behalve kabels en leidingen, rioolstelsels en constructies zoals kelders en tunnels. Hiervoor is aparte wetgeving met eigen registraties.

Verplichte registratie en gebruik van gegevens

Bart van der Roest was projectmanager voor Rijkswaterstaat voor de implementatie van de basisregistratie en sinds 1 april 2020 is hij waarnemend regisseur BRO. 'Elk bestuursorgaan heeft de verplichting om onderzoekgegevens van de bodem te registreren in de BRO. Zij zijn de bronhouder,' vertelt hij. 'Ook is ieder bestuursorgaan verplicht om de gegevens te gebruiken bij de inrichting van de fysieke leefomgeving.'

Paal met NAP-peilDe Wet op de Basisregistratie Ondergrond is op 1 januari 2018 ingegaan en wordt in 4 tranches ingevoerd. Van der Roest: 'De eerste 2 tranches zijn nu in werking. In elke tranche worden verschillende onderdelen van de bodem geregistreerd. Van sondeergegevens en grondwater-monitoringsputten in de 1e tranche tot geologische boormonsteranalyse en geologische boormonsterbeschrijving in de 4e tranche. Deze gaat in op 1 januari 2022. Milieuhygiënische gegevens, archeologie en onderzoek naar niet gesprongen explosieven zitten nog niet in de BRO, maar komen mogelijk later.'

Met het verzamelen van al die data ontstaat een waardevolle database over alles wat zich in de Nederlandse ondergrond bevindt. 'Als je een huis wilt bouwen ben je verplicht om grondonderzoek te doen. Maar als jouw buurman dat al heeft gedaan, hoef je dat niet opnieuw te doen. Dat bespaart veel tijd en kosten.'

Bronhouders van de Basisregistratie Ondergrond
Een bronhouder is de organisatie die verantwoordelijk is voor het inwinnen en bijhouden van de gegevens in de Basisregistratie Ondergrond. Het bronhouderschap ligt meestal bij bestuursorganen: gemeenten, provincies en waterschappen en rijksorganisaties als Rijkswaterstaat en de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Maar ook bij zelfstandige bestuursorganen als Staatsbosbeheer. Een bronhouder heeft 4 plichten die voortvloeien uit de Wet Bro.

Faalkosten omlaag

De voorloper van de BRO was de database van DINO (Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond). Van der Roest: 'Hierbij was er een zekere vrijblijvendheid om gegevens op te staan.' Dat ligt nu dus anders met het nieuwe BRO-loket en dat kan in ieders voordeel werken. Volgens Van der Roest kunnen er bij veel infrastructurele trajecten betere keuzes gemaakt worden met de juiste gegevens over de ondergrond. 'Neem bijvoorbeeld de herinrichting van knooppunt Joure in Friesland. Of de verdubbeling van de N33 bij Groningen. Daar heeft het projectteam echt rekening gehouden met de gegevens over de samenstelling van de ondergrond. Daarmee kon goed aangetoond en besproken worden welk tracé de beste ligging heeft gezien de bodemsamenstelling. Kans op falen en bijbehorende kosten gingen hierbij flink omlaag.'

N33 GroningenVan der Roest vervolgt: 'Het is ook belangrijk zoveel mogelijk ondergrond-gegevens in de BRO op te nemen. Zo kunnen ook anderen daar weer gebruik van maken. Onlangs hebben we 1000 sonderingen van de Ringweg Zuid bij Groningen aan de BRO aangeleverd. Daarmee zijn we nu even koploper in het aanleveren en we hopen dat dat anderen ook weer aanzet tot actie.'

Kwaliteitscontrole

Rijkswaterstaat is natuurlijk een grootverbruiker en leverancier van de gegevens in de Basisregistratie Ondergrond. Aan de kwaliteit van die informatie wordt daarom veel aandacht besteed. RWS (Rijkswaterstaat) verzamelt daarbij niet zelf de gegevens, maar besteedt dat uit aan opdrachtnemers. 'We hebben verschillende praktijkproeven gedaan om te onderzoeken hoe je de administratieve lasten zo laag mogelijk houdt en de kwaliteit zo hoog mogelijk. Als een opdrachtnemer data aanlevert wil je wel zeker weten dat die data kloppen.'

RWS controleert daarom de gegevens die ze verzamelt. Zowel de informatie die door opdrachtnemers wordt aangeleverd, als de data die worden vrijgegeven aan de opdrachtnemers. 'Je wilt de zekerheid dat als je data uit de BRO haalt, dat je er ook wat aan hebt,' vertelt Van der Roest. 'Net zoals bijvoorbeeld de gegevens van het Kadaster.'

De wet verplicht bestuursorganen daarom bijvoorbeeld ook te melden als zij vermoeden dat gegevens in de basisregistratie niet kloppen. 'Door de leveringsplicht, de gebruiksplicht en het hele kwaliteitssysteem zorg je voor borging van de kwaliteit van de gegevens in de BRO,' aldus Van der Roest.

Winst ligt bij datagebruik voor beleidskeuzes

Toch beseft Van der Roest maar al te goed dat de winst vooral te behalen is als bestuursorganen, zoals Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen op de juiste wijze en het juiste moment gebruikmaken van de gegevens in de Basisregistratie Ondergrond. 'Ministeries maken keuzes bij het vaststellen van bijvoorbeeld infrastructurele projecten en woningbouw. Bij deze keuzes moet de informatie over de ondergrond een belangrijke rol spelen. Daar kan de winst worden gemaakt. De rol van Rijkswaterstaat is adviserend in de verkenning en planuitwerking. In die fase maakt het ministerie bijvoorbeeld de keuze voor de ligging (tracé) van een weg. Vervolgens moet Rijkswaterstaat als uitvoerende partij binnen een paar meter van de grenzen van zo’n Tracébesluit blijven. Ook als blijkt dat dit met het oog op de ondergrond niet altijd de goedkoopste oplossing is.'

Drukte in de ondergrond BROBinnen elk bestuursorgaan moet volgens Van der Roest het nut van de BRO worden ingezien. 'Elk bestuursorgaan krijgt te maken met de BRO. Zelfs in kleine gemeenten is er altijd wel een ambtenaar die de BRO in zijn "mik" geschoven krijgt. Die bestuursorganen kijken heel erg naar hoe Rijkswaterstaat het doet.'

Rijkswaterstaat neemt daarin ook een voortrekkersrol. Tijdens bijeenkomsten over de BRO zijn contractmanagers geïnformeerd over het nut en de achtergrond van de basisregistratie. En RWS heeft bijvoorbeeld standaardteksten opgesteld voor contracten met opdrachtnemers. Van der Roest: 'Gemeenten mogen die contractbepalingen overnemen, ze zijn vrij van copyright. Natuurlijk zijn ze wel zelf verantwoordelijk voor de contracten, in eventuele rechtszaken is de gemeente zelf verantwoordelijk voor de inhoud van het contract.'

Drukte in de ondergrond
Belangrijk is dat ondergrondgegevens vroeg in het planproces geraadpleegd worden. Zeker nu steeds meer grote maatschappelijke opgaven (klimaatadaptatie, woningbouw, energietransitie, duurzame landbouw) oplossingen in de ondergrond zoeken. Het wordt druk in de ondergrond!


Bart van der Roest

Bart van der Roest,
waarnemend regisseur
BRO bij Rijkswaterstaat