Gemeenten maken zich op voor decentraal bodembeheer

Gepubliceerd 7 december 2020

‘We hebben hard gewerkt om bodemvervuiling op te ruimen. Nu doemen nieuwe uitdagingen op, zoals nieuwe stoffen, maar ook de kennispositie en uitvoeringskracht van gemeenten.’ Dat zei Tjeerd van der Zwan, VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten)-portefeuillehouder bodem, tijdens het online Festival Follow Up over de nieuwe rol voor gemeenten.

Gemeenten worden vanaf 2022 verantwoordelijk voor de kwaliteit van de bodem. Tijdens het festival keek de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) dan ook vooral vooruit, naar de nieuwe rol voor gemeenten en de noodzakelijke samenwerking tussen overheden en maatschappelijke partners de komende jaren.

Op dit moment zijn ministerie en de koepels in gesprek over nieuwe bodemafspraken, vanaf 2021. Daarbij vragen we als gemeenten precies dat wat het Rijk heeft vastgesteld in zijn Nationale Omgevingsvisie: gelijkwaardig partnerschap, het faciliteren van kennisontwikkeling in de regio, middelen om deze taken uit te voeren en een integraal rijksbeleid, zodat de samenhang daar begint en niet pas op tafel bij gemeenten.

10 jaar samenwerking bodemsector

Tijdens het online festival blikten de partners in het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond 2016-2020 – de VNG, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, IPO en UvW – ook terug op 10 jaar samenwerking. Vanuit het programma is ervoor gezorgd dat de saneringsoperatie van de Nederlandse bodem en ondergrond succesvol is verlopen en is de transitie naar duurzaam beheer en gebruik daarvan gestimuleerd en ondersteund.

Meer informatie

Bekijk de bijdrage van Tjeerd van der Zwan, burgemeester van Heerenveen en VNG-portefeuillehouder bodem, voor het Festival Follow Up via https://vng.nl/nieuws/gemeenten-maken-zich-op-voor-decentraal-bodembeheer.
(bron: VNG.nl)