Richtlijn asbest in puinhoudende bodem bij tijdelijk uitplaatsen

Gepubliceerd 30 april 2020

Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van decentrale overheden, bedrijfsleven, Inspectie Leefomgeving en Transport, Inspectie SZW en Rijkswaterstaat Bodem+ heeft een richtlijn ontwikkeld, die beschrijft hoe er veilig en verantwoord omgegaan kan worden met puinhoudende grond in relatie tot de mogelijke aanwezigheid van asbest.

De richtlijn voor risicogestuurd werken bij tijdelijk uitplaatsen (zonder afvoer van grond) met betrekking tot asbest in puinhoudende bodem is alleen van toepassing op werkzaamheden in de bodem waarbij sprake is van tijdelijke uitname en terugplaatsen van grond, zonder dat daarbij sprake is van afvoer van grond. De richtlijn gaat over de scope van het vooronderzoek en geeft handvatten voor het (onverwacht) aantreffen van puin of asbestverdacht materiaal tijdens het werk.

Richtlijn voor de uitvoeringspraktijk

De richtlijn is bedoeld voor opdrachtgevers, adviseurs, veiligheidskundigen, uitvoerende organisaties en bevoegde overheden. Uitgangspunt van de richtlijn is dat voorafgaand aan het graven ten minste een vooronderzoek is uitgevoerd volgens NEN 5725 en daaruit geen verdenking op het voorkomen van asbest is op basis van historisch gebruik of eerder aangetroffen (mogelijk) asbesthoudend materiaal. De richtlijn geeft nadere invulling aan de risicogestuurde werkwijze uit de CROW-publicatie 400 ‘Werken in en met verontreinigde bodem’ bij het onverwacht tijdens het werk in de bodem aantreffen van puin en/of asbestverdacht materiaal. Een risicogestuurde aanpak leidt over het algemeen tot meer draagvlak voor veiligheidsmaatregelen en toepassing van wet- en regelgeving.

Aanleiding: onderzoek relatie puin en asbest in de bodem

In de periode september 2017 tot en met februari 2018 is door een groot aantal organisaties data aangeleverd over de relatie tussen de aanwezigheid van puin (aard en mate) en de daadwerkelijke aanwezigheid van asbest in de bodem te onderzoeken. Deze data is in opdracht van Rijkwaterstaat Bodem+ statistisch geanalyseerd door TNO. Naar aanleiding van het TNO-rapport Statistische analyse van de relatie puin in de bodem en de aanwezigheid van asbest is een werkgroep aan de slag gegaan om beleidsmatige aanbevelingen te formuleren. De richtlijn is een aanbeveling die voortkomt uit dit onderzoekstraject.

Status van de richtlijn

De richtlijn heeft niet de status van regelgeving, maar dient ter nadere invulling en uitleg van CROW-publicatie 400, NEN 5725 en de Wet bodembescherming. De werkgroep adviseert bevoegde overheden deze richtlijn te hanteren in de praktijk. Van de richtlijn kan onderbouwd worden afgeweken als specifieke lokale omstandigheden hiertoe aanleiding geven. Mogelijk leidt deze richtlijn nog tot toekomstige aanpassingen van CROW-publicatie 400 en/of NEN 5725.


Zie ook