RIVM rapport Effectiviteit van gebruiksadviezen bij diffuus lood in de bodem

Gepubliceerd 16 oktober 2020

Lood in de bodem kan een risico zijn voor de gezondheid, vooral voor jonge kinderen. Diffuse bodemverontreinigingen met lood komen vooral voor in oude binnensteden en veenweidegebieden met toemaakdekken (een mengsel stalmest, huisafval en zand, dat vroeger als grondverbeteraar werd toegepast). Blootstelling aan lood kan worden verminderd door het opvolgen van algemene gebruiksadviezen zoals handen wassen na het spelen en schoon zand in een zandbak. Het RIVM heeft onderzoek gedaan naar de effectiviteit van het geven van dergelijke gebruiksadviezen. Het RIVM-rapport is medio oktober 2020 verschenen. Uit het onderzoek blijkt dat de gegeven gebruiksadviezen van de overheid minder goed worden opgevolgd dan aangenomen werd. De consequentie is dat (plaatselijk) aanvullende maatregelen nodig kunnen zijn om de gezondheidsrisico’s tot het gewenste niveau te verminderen. Het RIVM geeft aanbevelingen voor verbeteringen.

Aanleiding voor het onderzoek

In het convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020 is tussen Rijk, provincies, gemeentes en waterschappen afgesproken dat de bevoegde gezagen Wet bodembescherming (alle provincies en de 29 grote gemeentes) ervoor zorgen dat in een gebied met mogelijke gezondheidsrisico’s door diffuse loodverontreiniging, tenminste gebruiksadviezen worden gegeven om de risico’s te verminderen. In dit kader is aan het RIVM gevraagd onderzoek te doen naar de veronderstelde effectiviteit van aan bewoners afgegeven gebruiksadviezen bij diffuus lood in de bodem.

Bekendheid en opvolging gebruiksadviezen niet optimaal

Uit het onderzoek blijkt dat de gegeven gebruiksadviezen van de overheid minder goed worden opgevolgd dan aangenomen werd. Daarbij geldt het voorbehoud dat de resultaten van het onderzoek indicatief en mogelijk niet volledig representatief zijn.

Het RIVM beveelt de overheid niettemin aan om bij diffuus lood in de bodem gebruiksadviezen te blijven geven, omdat het opvolgen van gebruiksadviezen altijd leidt tot een zekere vermindering van blootstelling. Omdat communicatie over gebruiksadviezen afhankelijk moet zijn van de lokale situatie, stelt het RIVM voor lokale overheden een communicatietoolkit op in afstemming met vertegenwoordigers vanuit IPO, VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten), GGD en IenW. De toolkit dient ook om toekomstige informatie, ervaringen en verbeterpunten uit te wisselen en te ontsluiten.

Communicatie op maat en aanvullende maatregelen

Overheden zullen ook in de toekomst blijven communiceren over aanwezige loodverontreiniging en gebruiksadviezen. In de komende periode zullen bevoegde gezagen Wet bodembescherming hun inventarisatie afronden om de problematiek van diffuus lood in de bodem in Nederland verder in beeld te brengen. In sommige situaties zullen aanvullende maatregelen nodig zijn om de risico’s te verminderen. Denk hierbij aan fysieke maatregelen zoals een andere inrichting, afdekken, saneren of eventueel het opleggen van beperkingen in terreingebruik. Praktijkervaring is dat het uitvoeren van gericht onderzoek helpt om te komen tot de juiste aanvullende maatregelen en bewustwording bij burgers van het grote belang van het opvolgen van gebruiksadviezen. Verder onderzoek naar de effectiviteit van gebruiksadviezen kan hier onderdeel van zijn.

Met dit totaalpakket aan maatregelen wordt invulling gegeven aan de maximaal mogelijke inzet en middelen van de overheid. Hierbij zal moeten worden geaccepteerd dat het niet mogelijk is alle eventueel noodzakelijke aanvullende maatregelen op korte termijn uit te voeren. Ook is het vanuit kosteneffectiviteit wenselijk zoveel mogelijk aan te sluiten bij plaatselijke lopende of voorziene ruimtelijke ontwikkelingen.

Afspraken

Bij de nu lopende uitwerking van de bestuurlijke bodemafspraken tussen het Rijk en de decentrale overheden ‘na 2020’ wordt de aanpak van de diffuse bodemloodproblematiek meegenomen. Hierbij is specifiek aandacht voor het faciliteren van gemeenten, die als gevolg van de verschuiving van bodemtaken de beheerder van de fysieke leefomgeving onder de Omgevingswet worden.

In geval van vragen kunt u contact opnemen met de bodemhelpdesk.