'Interview Michiel Gorsse...pappen en nathouden gaat niet werken...'

Gepubliceerd 1 september 2021

In januari is het Programma Versterking Bodemstelsel van start gegaan, in opdracht van de gelijknamige Taskforce. De Programmamanager Taskforce Versterking Bodemstelsel Michiel Gorsse voelt zich als een vis in het water om deze klus tot een goed einde te brengen.

Programmamanager Michiel Gorsse. Foto: Marijke Ingenbleek

Hij heeft geen bodemkundige maar een bestuurlijk-juridische achtergrond en werkt graag op het snijvlak van centraal-decentraal, beleid-uitvoering, publiek-privaat. ‘Het Kwalibo-stelsel functioneert op al deze drie onderdelen en als niet-bodemkundige kan ik met een onbevooroordeelde en onbevangen blik naar de materie kijken. Ik ben inmiddels nu 8 maanden bezig en ik heb alle vertrouwen in een goede afloop.’

Het begon met de evaluatie van het Kwalibo-stelsel dat in 2008 werd ingevoerd. Drie rapporten maakten duidelijk dat het belangrijk was het Kwalibo-stelsel en de toezicht en handhaving daarop te versterken. Michiel Gorsse: ‘Mijn taak is samen met mijn team in goed overleg met alle stakeholders de aanbevelingen uit die drie rapporten om te zetten in voorstellen voor concrete maatregelen.’

Het nodige te winnen

Al met een behoorlijk complexe klus en een weerbarstige materie met zoveel partijen en zoveel regels. ‘Daarmee raak je ook de kern en de belangrijkste hoofdlijnen uit de evaluatie: het is te complex, het moet eenvoudiger en de verschillende rollen en verantwoordelijkheden inclusief de stelselverantwoordelijkheid moeten helderder. Voor alle duidelijkheid we gaan het stelsel niet opnieuw uitvinden, het stelsel bestaat gewoon, maar het kan eenvoudiger en duidelijker en iedereen moet weten waar hij aan toe is. Daar valt best nog wel het nodige te winnen en ik merk ook dat iedereen op alle niveaus dat graag wil.’

Drie sporen

‘Binnen het programma zijn we langs drie sporen aan de slag gegaan. Ten eerste is dat de architectuur van het Kwalibo-stelsel: hoe regelen we de stelselverantwoordelijkheid, hoe komen de normdocumenten en de regelgeving tot stand, hoe kan dat beter, hoe kunnen we de commissies van deskundigen beter inrichten en hoe kunnen we de afstemming tussen alle betrokkenen structureel borgen. Het tweede spoor heeft betrekking op de vergunningverlening, toezicht en handhaving. In de kern komt het erop neer hoe we met zijn allen ervoor zorgen dat het geconstateerde nalevingstekort wordt teruggebracht. Daarbij heb ik in mijn gesprekken met de mensen uit de sector geconstateerd dat er best nog wel wat onduidelijkheid is over dat nalevingstekort. Het zijn grote cijfers maar waar zit het ‘m nou exact in. In goede dialoog met de stakeholders willen we die de komende maanden nader duiden. We hebben er natuurlijk niks aan als we straks maatregelen gaan uitwerken waarvan de sector of de toezichthouder zegt dat ze er niks mee kunnen. We zullen immers collectief stappen moeten zetten om de situatie te verbeteren. Het derde spoor is de interne organisatie binnen het eigen ministerie. Daarbij gaat het erom de verschillende rollen binnen het ministerie intern beter op elkaar af te stemmen. Dat geldt ook voor de communicatie en afstemming naar de buitenwereld. Daar is het lang niet altijd even helder wat mag en niet mag en wie waar over gaat.’

Stelselverbetering in overleg met de stakeholders

‘Inmiddels heeft ons programmateam alle aanbevelingen onderzocht en uitgewerkt. Daarbij hebben we regelmatig contact gehad met de stakeholders: in groter en kleiner verband en in één op één contacten met organisaties. In kleine werkgroepen zullen we concreter ingaan op specifieke maatregelen en aanbevelingen. Op deze manier doen we recht aan onze dubbele doelstelling: enerzijds het stelsel verbeteren en anderzijds dat doen in goed overleg met de stakeholders. Want een ding is duidelijk: Pappen en nathouden gaat niet werken; dat deden we al en dat is niet de bedoeling van deze exercitie.’

Spannend

‘Tegen het einde van het jaar zullen we ons uitvoeringsplan opleveren aan de Taskforce. De komende maanden zijn het meest spannend: daarin moeten de maatregelen echt worden uitgewerkt en afgestemd. Ik ga ervan uit dat we veel voorstellen doen die meteen kunnen worden uitgevoerd. Vervolgens voorstellen op hoofdlijnen die nog nadere implementatie vragen en ten slotte voorstellen die echt nog verdere uitwerking behoeven. Dat laatste proberen we zoveel mogelijk te voorkomen, maar soms al dat echt nodig zijn.
(bron: www.expertisebodemenondergrond.nl)