Kamerbrief gevolgen PFAS voor ontpoldering Hedwigepolder

Gepubliceerd 11 oktober 2021

Demissionair Minister Visser en Staatssecretaris Van Weyenberg (beiden Infrastructuur en Waterstaat) stuurden op 5 oktober 2021 een brief naar de Tweede Kamer over de gevolgen van PFAS voor de ontpoldering van de Hedwigepolder.

In deze brief gaan zij in op de gevolgen van de gevonden PFAS-concentraties in de Westerschelde op de voorgenomen ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder, specifiek in relatie tot de Wet bodembescherming (Wbb). Dit naar aanleiding van het tweeminutendebat Water op 24 juni jl. in de Tweede Kamer en vragen van de heer Stoffer (SGP).

Demissionair Minister Visser      Staatssecretaris Van Weyenberg

Hedwigepolder land- wordt waterbodem

De Hedwigepolder is na ontpoldering onderdeel van het oppervlaktewaterlichaam Westerschelde. Op het moment dat water in de Hedwigepolder wordt gebracht is niet langer sprake van landbodem, maar van waterbodem. Volgens de huidige planning worden de werkzaamheden eind 2022 of begin 2023 afgerond. Vanaf dat moment stroomt water uit de Westerschelde via een stelsel van geulen en kreken het ontpolderde gebied binnen.

De metingen in zwevend stof – maximaal 3,4 μg/kg in 2018 – liggen onder het zogenaamde herverontreinigingsniveau (de hoeveelheid PFAS die via de Rijn Nederland binnenstroomt). Het eerste Westerscheldewater zal pas eind 2022 of begin 2023 de Hedwigepolder instromen. Tot die tijd zal de ontwikkeling van de PFAS-concentraties in het gebied nauwlettend in de gaten worden gehouden.

De metingen in water en zwevend stof laten een dalende trend te zien. Dat komt doordat het gebruik van PFOS sinds 2011 geheel verboden is en het gebruik van PFOA vanaf 2020. Mede door de metingen van PFAS in de Westerschelde kijken de Belgische autoriteiten streng naar emissies van de vermoedelijke producenten aldaar. De verwachting is dan ook dat de gevonden PFAS-concentraties verder zullen dalen. Aangezien het zwevend stof door de jaren heen geleidelijk neerdaalt, zullen de concentraties die uiteindelijk bezinken naar verwachting lager zijn dan de huidige gehaltes. Rijkswaterstaat voert bovengenoemde metingen in zwevend stof, net als de metingen in water, regulier uit.

Bron: www.tweedekamer.nl