Kamerbrief over PFAS: RIVM advies over EFSA opinie

Gepubliceerd 18 januari 2021

Op 18 januari 2021 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat een kamerbrief over PFAS verstuurd. De kamerbrief gaat over het RIVM-advies over de opinie van de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) voor PFAS. In deze brief gaat zij onder meer in op hoe de EFSA-opinie volgens het RIVM mogelijk doorwerkt in de verschillende milieukaders.

Advies RIVM over de EFSA-opinie

De Europese voedselveiligheidsautoriteit, EFSA, heeft een nieuwe gezondheidskundige grenswaarde afgeleid voor de combinatie van vier PFAS. De afgelopen maanden heeft het RIVM de EFSA-opinie nauwkeurig bestudeerd. Het RIVM heeft besloten om de gezondheidskundige grenswaarde van EFSA te gebruiken.

Dat betekent dat het RIVM vanaf nu in haar risicobeoordelingen vanuit gaat dat de tolereerbare wekelijkse inname (TWI) van PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS samen 4,4 nanogram (ng)/kilogram (kg) lichaamsgewicht per week mag bedragen. Deze TWI is lager dan de in 2016 door het RIVM afgeleide TWI van 87,5 ng/kg lichaamsgewicht per week voor de stof PFOA alleen. Dit is de hoeveelheid PFAS die langdurig kan worden ingenomen zonder dat er nadelige gezondheidseffecten zijn te verwachten.

EFSA heeft haar opinie gebaseerd op wetenschappelijke onderzoeken en PFAS die met name relevant zijn voor het voedseldomein. Maar in de praktijk komen deze stoffen niet altijd samen voor en bovendien hebben we in Nederland ook te maken met andere PFAS. Het RIVM onderzoekt op dit moment nog hoe deze gezondheidskundige grenswaarde in die situaties kan worden gebruikt.

Vervolgstappen

Het RIVM gaat met deze nieuwe gezondheidskundige grenswaarde de risico’s van PFAS in voedsel en het milieu, waaronder voor oppervlaktewater, drinkwater, bodem, en grondwater, (opnieuw) beoordelen. Vervolgens kunnen door de overheid normen of limieten worden vastgelegd en kan worden nagegaan of maatregelen nodig zijn. Dit zal in samenspraak gebeuren met de andere overheden en betrokken sectoren. Het RIVM heeft daarbij aangegeven dat deze periode zo kort mogelijk dient te worden gehouden.

Grond en baggerspecie - Hergebruiksnormen

Het RIVM schat in dat de hergebruiksnormen voor de bodem, voor het toepassen van grond en baggerspecie, zeer waarschijnlijk niet aangepast hoeven te worden. De hergebruiksnormen voor de bodem zijn nu gebaseerd op de ecologische risicogrenzen omdat deze lager zijn dan de huidige humane risicogrenzen. Het RIVM verwacht niet dat de humane risicogrenzen onder de ecologische risicogrenzen uitkomen. Aan het RIVM is gevraagd hier zo snel mogelijk een advies over te geven. Mocht toch blijken dat op basis van het EFSA-advies wordt geadviseerd de hergebruiksnormen aan te passen, dan zal samen met de koepels en de sector eerst gekeken worden naar de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk voordat wordt overgegaan tot een eventuele aanpassing van de hergebruiksnormen.

Bodem en grondwater - INEV’s

De gezondheidskundige grenswaarde van de EFSA kan wel een effect hebben op de indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging (INEV’s) of interventiewaarden van PFOA en PFOS voor bodem en voor grondwater. Het RIVM is reeds gevraagd deze opnieuw te berekenen. Dit advies wordt eind maart opgeleverd. Ook hier zal eerst een impact assessment worden uitgevoerd en zullen handelingsperspectieven worden aangegeven.