Nieuwe datum voor zorgvuldige start Omgevingswet: 1 juli 2022

Gepubliceerd 27 mei 2021

De beoogde inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet wordt met een half jaar verplaatst naar 1 juli 2022. Dit geeft het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties meer ruimte om de implementatie van de wet op een zorgvuldige en verantwoorde wijze af te ronden. Dat meldt minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan beide Kamers.

Voorwaarden voor een verantwoorde inwerkingtreding

Het Rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen staan volledig achter de samenhangende aanpak en het instrumentarium van de Omgevingswet. Alle partijen willen een goede start van de wet. Om de wet verantwoord in werking te kunnen laten treden, moet de continuïteit van primaire processen (de planvorming en de vergunningverlening) en van de dienstverlening aan inwoners en ondernemers zijn gegarandeerd. Waardoor belangrijke gebiedsontwikkelingen, waaronder woningbouw, niet worden gehinderd.

Het werkend krijgen van het stelsel van de Omgevingswet is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, omdat partijen van elkaar én van derden afhankelijk zijn bij het werken in ketens. Dat betekent in de eerste plaats dat er een stabiele landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) moet zijn, waarop bevoegd gezagen moeten aansluiten. Voor softwareleveranciers en bevoegd gezagen is het lokaal werkend krijgen van het DSO een complexe operatie. Daarom moeten bevoegd gezagen genoeg tijd hebben om het stelsel in te regelen en ermee te oefenen. En willen de bestuurlijke partners minimaal 6 maanden effectieve oefentijd voor bevoegd gezagen.

Verschillende partijen (waaronder een groot aantal gemeenten, provincies, softwareleveranciers, stedenbouwkundige bureaus en brancheorganisaties) hebben meegedacht over een verantwoorde start van de Omgevingswet.

Lees het hele  artikel