Normen voor thermisch gereinigde grond onvoldoende veilig voor milieu

Gepubliceerd 8 november 2021

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft het RIVM een opdracht verstrekt om onderzoek te doen naar de toepasbaarheid van het normenkader voor thermisch gereinigde grond (TGG). Reden daarvoor was dat in 2016 milieuproblemen aan het licht kwamen na toepassing van TGG op enkele locaties in het land. Verondersteld werd dat dit mogelijk toe geschreven kon worden aan specifieke eigenschappen van TGG. Op 4 november 2021 heeft het RIVM de resultaten van het onderzoek  gepubliceerd en heeft het Ministerie het rapport aan de Tweede Kamer aangeboden  en een reactie gegeven op de bevindingen en aanbevelingen van het RIVM.

Foto: Inspectie Leefomgeving en Transport

Veilig hergebruik en zorgplicht

Het RIVM concludeert dat het voor TGG niet mogelijk is de uitloging van metalen te beoordelen door middel van een toetsing aan de emissietoetswaarde en de samenstelling van de TGG. Daarnaast concludeert het RIVM dat niet genormeerde zouten uitlogen. De Staatssecretaris geeft aan vast te gaan leggen dat de emissietoetswaarde niet gebruik mag worden voor het bepalen van de emissies van TGG. Tot die tijd is de zorgplicht van toepassing en moeten de emissies worden bepaald bij toepassing van TGG. Ook van zouten moet de uitloging op basis van de zorgplicht worden beoordeeld. Het vaststellen van algemene normen voor zouten vindt het Ministerie van IenW niet wenselijk, omdat het sterk afhankelijk is van het ontvangende milieu welke zoutgehalten acceptabel zijn.

Anno 2021 wordt er vrijwel geen nieuw geproduceerde TGG meer afgezet, maar wordt de TGG in verschillende fracties gescheiden (filler, zand, grind). Ook voor deze fracties geldt op grond van de zorgplicht dat de emissietoetswaarde niet mag worden toegepast indien fracties direct worden ingezet voor een bodemtoepassing.

Meer circulair

Naast een oordeel over het normenkader voor TGG doet het RIVM rapport op een breder terrein aanbevelingen. De Staatssecretaris neemt deze aanbevelingen over en gaat een meerjarige opdracht (2022-2025) aan het RIVM verstrekken waarin onder andere specifiek aandacht moet zijn voor de actualisatie van het normeringskader en kennisopbouw over uitloging van TGG en andere (thermisch behandelde) materialen (AEC bodemassen) of materialen met een hoge pH (staalslakken).

Als vingeroefening voor een actualisatie van het normenstelsel geeft het RIVM een aanzet voor een toepassingsladder. Essentie van deze ladder is dat hoe hoger de beoogde functie van de toepassing, hoe hoger de kwaliteit van het in te zetten materiaal moet zijn. Bij hogere functies (zogenaamde groene functies) kan het naar het oordeel van het RIVM relevant zijn niet alleen chemische eigenschappen te betrekken bij een beoordeling, maar ook biologische of fysische aspecten van het toe te passen materiaal. Omdat toepassing van TGG een laagwaardige functie kent, blijft daar de chemische kwaliteit maatgevend.

(bron: www.rivm.nl)