Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2023

Gepubliceerd 20 april 2023

Op 19 april 2023 is de Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2023 (SPUK Bodem 2023) in de Staatscourant gepubliceerd. Via deze regeling biedt de Rijksoverheid rijksbodemmiddelen voor taken van decentrale overheden op het gebied van bodem- en grondwaterkwaliteit. Deze regeling treedt in werking op 1 mei 2023 en vervalt vanaf 1 januari 2029. Aanvragen kunnen in 2023 worden ingediend. De regeling blijft van toepassing op specifieke uitkeringen die voor de vervaldatum zijn verleend.

In het convenant bodem en ondergrond 2016–2020 hebben de toenmalige Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de decentrale overheden bestuurlijke afspraken gemaakt over samenwerking en de inzet van Rijksbodemmiddelen voor taken van decentrale overheden op het gebied van bodem- en grondwaterkwaliteit. Dit convenant is eind 2020 ten einde gekomen.

Maar het beheer van bodem- en grondwaterkwaliteit gericht op een evenwicht tussen benutten en beschermen en de aanpak van bodemverontreinigingen is daarmee niet afgerond. De intentie was om nieuwe bestuurlijke afspraken te maken. In het Bestuurlijk Overleg (BO) Bodem zijn tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, het Interprovinciaal overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten)) en de Unie van Waterschappen (UvW) nieuwe meerjarige afspraken gemaakt.

In aanloop naar deze nieuwe afspraken zijn voor 2021 tijdelijke afspraken gemaakt, die grotendeels zijn doorgezet naar 2022. Ter uitwerking van deze tijdelijke afspraken zijn de Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem overbruggingsjaar 2021 en de Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2022 opgesteld om middelen te kunnen verlenen aan de twaalf provincies en de 29 gemeenten met taken als bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb). De bevoegde gezagen konden uitkeringen aanvragen voor de aanpak van de buitenproportionele opgaven (2021 en 2022) en de historische spoedopgave (2022).

Eind 2022 bereikten het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (verder: IenW), het IPO, de VNG en de UvW overeenstemming over de bestuurlijke afspraken bodem en ondergrond 2023 tot en met 2030. In de bestuurlijke afspraken zijn onder andere afspraken gemaakt over de aanpak van de historische spoedopgaven en de buitenproportionele opgaven en de rijksmiddelen die IenW hiervoor beschikbaar stelt. Er is voor gekozen de regeling van 2023 grotendeels te baseren op de regeling van 2022 en alleen enkele beperkte wijzigingen door te voeren in het kader van de uitvoerbaarheid van projecten en de uitvoering van taken door provincies en gemeenten als bevoegd gezag Wbb.

In de regeling van 2023 is het volgende aangepast

  • De budgetten voor de historische spoedopgave en de buitenproportionele opgaven zijn aangepast aan de bedragen die zijn opgenomen in de bestuurlijke afspraken: circa €17,5 miljoen voor de historische spoedopgave en €33 miljoen voor de buitenproportionele opgaven.
  • Het is mogelijk financiering aan te vragen voor onvoorziene kosten, die direct verband houden met de uitvoering van projecten waarvoor een specifieke uitkering is uitgekeerd in het kader van een van de hiervoor genoemde regelingen van 2021 of 2022. Projectkosten kunnen namelijk onverwachts hoger uitvallen doordat bijvoorbeeld tijdens een sanering blijkt dat een verontreiniging groter is dan gedacht. Ook zijn saneringen gevoelig voor de onverwacht grote prijsstijgingen van energie, arbeid en materialen in 2022.
  • Rekening is gehouden met de onvoorziene uitloop van projecten door de besteding van middelen toe te staan binnen een periode van ten hoogste vijf jaar ten opzichte van drie jaar in de voorgaande regelingen. De doorlooptijd van projecten waarvoor middelen kunnen worden aangevraagd blijft ten hoogste drie jaar. Maar er is een uitloop van de werkzaamheden en daarmee de bestedingen van de middelen van twee jaar mogelijk. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat dit niet geldt voor een specifieke uitkering voor onvoorziene kosten. Daarvoor gelden de voorwaarden van de regelingen uit 2021 of 2022.
  • In 2022 kon op basis van de in mei 2022 ingediende aanvragen niet het volledige beschikbare budget voor de historische spoedopgave en de buitenproportionele opgaven verleend worden. Er is vervolgens voor gekozen om de bevoegd gezagen de mogelijkheid te bieden om in het najaar van 2022 nieuwe aanvragen voor de historische spoedopgaven in te dienen. De regeling is daartoe gewijzigd. De regeling van 2023 bevat nu al de mogelijkheid dat het verdelen van de resterende middelen in een eventueel te openen tweede ronde in het najaar mogelijk is.
  • In de regeling van 2023 kunnen ook middelen worden aangevraagd voor locaties waar onderzoek moet worden uitgevoerd om uitsluitsel te kunnen geven of sprake is van een geval ernstige bodemverontreiniging, waarvan de sanering spoedeisend is. Dit sluit aan bij de taken van provincies en gemeenten als bevoegd gezag Wbb voor de aanpak van de historische spoedopgave. In de regeling van 2022 was het alleen mogelijk middelen aan te vragen als de verontreiniging al beschikt was.
  • De aanvraagformats zijn aangepast.

Aanvragen in 2023

Gemeenten en provincies met een taak als bevoegd gezag Wet bodembescherming  kunnen een specifieke uitkering aanvragen voor de onderdelen historische spoedopgaven, buitenproportionele opgaven (PFAS en diffuus verspreid lood) en oude afspraken van de SPUK Bodem 2023.

Het indienen van aanvragen kan van 1 tot en met 31 mei 2023 voor de onderdelen historische spoedopgave en buitenproportionele opgaven (PFAS en diffuus verspreid lood) en van 15 oktober tot en met 31 december 2023 voor het onderdeel oude afspraken. Vragen of aanvragen kunnen digitaal verstuurd worden naar spukbodem@minienw.nl of per post verstuurd worden naar:

T.a.v. spukbodem@minienw.nl
Directoraat-generaal Water en Bodem
Directie Bodem, Ruimte en Klimaatadaptatie
Afdeling Bodem
Rijnstraat 8
Postbus 20901
2500 EX Den Haag

Op deze pagina zijn de aanvraagformulieren en een format voor een projectplan te downloaden. Het gebruik van de aanvraagformulieren is een voorwaarde van de regeling. Het format is een hulpmiddel.