Opkomende stoffen - Aanzet tot een signaleringssysteem

Overheden, burgers en bedrijven worden in toenemende mate geconfronteerd met (nog) onbekende, (nog) niet genormeerde stoffen. Om mogelijke schade zo snel mogelijk te beperken en maatschappelijke onrust te voorkomen is van belang om zo snel mogelijk vast te kunnen stellen óf een stof in een bepaalde situatie een significant negatief effect heeft op het bodemsysteem (de ‘milieubezwaarlijkheid’ voor het bodemsysteem).

Daartoe is een (aanzet tot een) signaleringssysteem uitgewerkt dat mogelijke effecten signaleert, de ‘milieubezwaarlijkheid’ voor het bodemsysteem (verder in deze tekst kortweg ‘bodembezwaarlijkheid’) van een stof beoordeelt en de wenselijkheid van te nemen van acties prioriteert. Die eventuele acties worden beschreven in de andere producten van het POP-UP-project:
- een handreiking voor decentrale overheden dat aangeeft op welke wijze concrete risico’s voor mens en milieu kunnen worden aangepakt en beschrijft hoe negatieve maatschappelijke effecten zo veel mogelijk kunnen worden voorkomen;
- adviezen voor het verbeteren van preventiestrategieën die ervoor moet zorgen dat vergelijkbare problemen (met desbetreffende stof) in de toekomst voorkomen kunnen worden.

In deel 1 van het voorliggende rapport wordt het signaleringssysteem procesmatig uitgewerkt. In deel 2 van dit rapport wordt de systematiek om de ’bodembezwaarlijkheid’ te beoordelen en te prioriteren, technisch uitgewerkt door het RIVM. Een uitwerking die kan worden beschouwd als een aanzet tot een ‘Risicotoolbox opkomende stoffen in bodem’. Daarbij wordt aangesloten bij de analyses die in het kader van het internationale ‘Solutions’ project zijn ontwikkeld.