Routeplanner BodemAmbities

Wilt u initiatief nemen om voor uw gemeente, provincie of waterschap een bodembrede visie op bodembeheer op te stellen? Gebruik dan de Routeplanner BodemAmbities.

De Routeplanner BodemAmbities bestaat uit 8 stappen:

Stap 1: Inventarisatie

Verkennen waar welke bodemthema’s in de organisatie (intern) zijn ondergebracht. Er zijn meer dan 25 bodemthema's. Deze zijn ondergebracht bij meerdere themabeheerders en verspreid over verschillende organisatie-eenheden.

Het is zaak thema's en beheerders in kaart te brengen. De initiatiefnemer van deze inventarisatie kan iemand uit de bodemafdeling zijn, maar ook een andere themabeheerder, bijvoorbeeld de archeoloog.
Tip: Bedenk aan het eind van stap 1 wanneer goedkeuring door het managementteam of het bestuur gewenst of noodzakelijk is. Dat kan voor elke organisatie verschillend zijn.

Acties

  • Nagegaan wordt welke thema’s waar in de eigen organisatie (gemeente, provincie, waterschap) zijn ondergebracht, welke thema’s concreet of latent spelen en welke thema’s niet zijn ondergebracht.
  • Vervolgens wordt met de individuele ‘themabeheerders’ besproken of een gezamenlijk (intern) overleg om eventueel te komen tot BodemAmbities wordt gedragen.

Resultaat

  • Lijstje met organisatieonderdeel, thema en themabeheerder.
  • Lijstje met deelnemers aan stap 2.

Stap 2: Intern overleg

Verkennen thema’s (intern) & samenwerking (extern)
Verken eerst globaal de Bodemthema's. Praat vervolgens gezamenlijk door welke thema's relevant zijn. Een instrument dat daarbij kan helpen is Systeemverkenning Ruimte en Ondergrond (SEES).

Acties

  • Nagaan of en zo ja, welke bodemthema’s relevant zijn, actueel zijn en latent spelen. Ook of alle relevante bodemthema’s wel in de organisatie zijn ondergebracht. En zo niet, welke plaats in de organisatie voor die thema’s gewenst is.
  • Volgens bovenstaande besluiten wel of niet BodemAmbities op te gaan stellen.
  • Ook nagaan of en zo ja, met wie samenwerken (collega-gemeenten (en met welke), provincie, waterschap(pen)) gewenst is. Is samenwerken gewenst – wat bijna altijd zo zal zijn als het nut van (opstellen van) BodemAmbities wordt onderkend –, dan wordt afgesproken wie welk initiatief neemt om tot samenwerking te komen.
  • Als de uitvoering van bestaand bodem(kwaliteits)beleid is ondergebracht bij een milieudienst, wordt besproken welke rol de milieudienst kan spelen. Hierover wordt eventueel afgesproken wie de milieudienst benadert met welke vragen.

Resultaat

  • Besluit wel of niet BodemAmbities / Nota Bodembeheer opstellen, zo ja:
  • Lijstje met belangrijke bodemthema’s, samenwerkingspartners en afspraken 'wie benadert wie'.

Stap 3: Extern overleg

Overleg met andere organisaties.

Acties

  • Samenwerkende partijen bepalen welke bodemthema’s relevant zijn voor het ‘beheergebied van de samenwerking’. N.B.: Als de provincie aan tafel zit, hoeft het beheergebied niet per definitie de hele provincie te zijn; dat kan ook een regio van samenwerkende gemeenten zijn of het gebied dat een milieudienst bestrijkt.
  • Het kan best zijn dat niet alle ‘gezamenlijke’ thema’s voor elke partij relevant zijn. De samenwerking vindt zijn meerwaarde dan in de thema’s die juist voordeel opleveren bij samenwerking. In het eindresultaat van de samenwerking kunnen afspraken worden gemaakt over thema’s die voor individuele partners wel of juist niet belangrijk zijn.
  • Nagaan welke partij welk bodemthema ‘beheert’ in de periode van de samenwerking. Bijvoorbeeld:
  • thema’s verdelen over de gemeenten waar deze actueel zijn;
  • de (eventuele) milieudienst neemt het thema ‘chemische bodemkwaliteit’ op zich;
  • de provincie gemeenteoverstijgende thema’s en die van landelijk gebied
  • het waterschap beheert het thema ‘bagger’.
  • Afspreken wie de coördinatie van het geheel op zich neemt en het projectplan opstelt. Ook wie eventueel subonderwerpen coördineert. Met andere woorden: afspraken over taakverdeling. Daarnaast ook eventuele uitbesteding en globale verdeling van de kosten.

Resultaat

  • Afspraak welke partijen gaan samenwerken om gezamenlijk BodemAmbities op te stellen.
  • Lijstje met geselecteerde bodemthema’s voor het ‘beheergebied’ van de samenwerking, afspraken over wie welke inhoud beheert en wie wat coördineert.
  • Afspraak wie penvoerder is voor het projectplan (stap 4).

Stap 4: Opstellen en goedkeuren projectplan

Na de verkennende stappen 1, 2 en 3 volgt de uitwerking van BodemAmbities. Althans, als u daartoe heeft besloten. Dan gaat u een slag dieper. Dat kost meer tijd en eventueel geld. Ook gaan meerdere verschillende organisaties en disciplines samenwerken. Daarom is het goed om dat te plannen en de projectrollen duidelijk te verdelen. Daartoe wordt een projectplan opgesteld. Dit is ook een goed document om eventueel het management of bestuur te laten beslissen over het voorgenomen initiatief.

Acties

Het projectplan opstellen met daarin onder andere:

  • Hoe, met wie, volgens welke planning en met welke middelen BodemAmbities worden opgesteld.
  • Waar de verantwoordelijkheden in de uitvoering liggen, wie wat bijdraagt, in tijd en geld.
  • Op welk moment bestuurlijk en/of democratisch terugkoppeling en goedkeuring plaatsvindt.
  • Het concept projectplan bespreken en vaststellen in het samenwerkingsoverleg.
  • Het projectplan laten goedkeuren; checken of er draagvlak is bij het management voor het organiseren van de samenwerking.

Resultaat

Een projectplan met inhoud, participanten, mensen, tijd en geld dat door alle deelnemende organisaties wordt onderschreven.

Stap 5: Onderzoeken van de geselecteerde thema’s

In de verkennende fase (stap 1, 2 en 3) zijn globale keuzes gemaakt welke thema’s relevant kunnen zijn. In deze fase wordt een slag dieper gegraven. Immers, voordat beleid voor diverse bodemthema’s wordt geformuleerd, moeten de ‘ins & outs’ duidelijk zijn, moet de samenhang tussen de thema’s worden beoordeeld. In dit stadium worden de factsheets van de bodemthema’s belangrijk.

Acties

  • De themabeheerder zoekt uit wat bestaand beleid is bij de deelnemende organisaties. En of dit moet worden bijgesteld vanwege de samenwerking.
  • Onderzoek van de bodemthema’s is ook onderzoek naar de beleidsruimte in het thema: wat moet absoluut overeind blijven, waar zit de beleidsruimte.
  • Per thema aangeven of en zo ja, welke (uitvoerings)problemen spelen en of er kansen zijn bij het stellen van ambities en zo ja, welke.
  • Geef, zo mogelijk, op een kaart weer waar het thema speelt (dit kan eerst grof en in een later stadium fijner uitgewerkt worden).
  • Geef aan welke actoren welke rol spelen en wat hun belangen bij het thema zijn.

Resultaat

  • Overzicht per thema van wat moet, wat mag en welke richting wenselijk is.

Stap 6: Ambities bepalen

In de verkennende fase (stap 1, 2 en 3) zijn globale keuzes gemaakt welke thema’s relevant kunnen zijn. In deze fase wordt een slag dieper gegraven. Immers, voordat beleid voor diverse bodemthema’s wordt geformuleerd, moeten de ‘ins & outs’ duidelijk zijn, moet de samenhang tussen de thema’s worden beoordeeld. In dit stadium worden de factsheets van de bodemthema’s belangrijk.

De stap ‘BodemAmbities bepalen’ is het belangrijkste onderdeel. Omdat we hier in de inhoud belanden, is er procesmatig juist het minst van te zeggen.

Stap 7: Ambities vastleggen.

Nota Bodembeheer/ Omgevingsvisie opstellen

De BodemAmbities worden verwoord in de Nota Bodembeheer/Omgevingsvisie. Vastleggen van BodemAmbities kent verschillende wegen. Als de chemische kwaliteit onderdeel is van uw bodemambities (gebiedsgerichte kwaliteiten), moeten deze via het democratisch proces worden vastgelegd. Als het om andere bodemthema’s gaat, kunt u kiezen uit meerdere manieren om ze vast te leggen. Behalve via het democratisch proces kan dat ook door vaststelling door de Raad of het Bestuur. Provincies en waterschappen kunnen kiezen een eigen procedure te volgen of de gemeentelijke procedure te volgen.

Aandachtspunten bij het opstellen van de Nota Bodembeheer:

  • De gevolgde werkwijze met de (eventuele) samenwerking met andere instanties (provincie, buurgemeenten, waterschap(pen).
  • Het overzicht van de geselecteerde thema’s en de motieven waarom juist die thema’s belangrijk zijn.
  • Beschrijven van de beleidskeuzes die voor de thema’s zijn gemaakt, inclusief de redenen daarvan (daarbinnen ook de eventuele samenhang tussen de thema’s en het effect daarvan op de keuze en de motieven).
  • Eventuele consultatie van andere actoren en de resultaten daarvan.
  • De manier waarop het nieuwe bodembeleid wordt geïmplementeerd en wordt toegepast.
  • De monitoring van het nieuwe beleid en de frequentie van evaluatie van het beleid.

Resultaat

  • Een vastgestelde Nota Bodembeheer;
  • Of: integratie in een andere nota.

Stap 8: Ambities gebruiken

BodemAmbities kunt u op 2 verschillende manieren inzetten:

  • Als het bodembeleid is verwoord in een Nota Bodembeheer of Omgevingsvisie of Omgevingsplan. In dat geval wordt het bodembeleid bijvoorbeeld geïmplementeerd in ruimtelijke inrichtingsprojecten. BodemAmbities worden dan, bij de kenmerken die gelden voor het gebied, concreet ingevuld vanuit de randvoorwaarden van de Nota Bodembeheer. Ook kan het bodembeleid, vanuit de Nota Bodembeheer, worden ingebracht in de Omgevingsvisie of het Omgevingsplan.
  • Als er geen Nota Bodembeheer is opgesteld. In dat geval kunnen individuele bodemthema’s worden ingebracht in het proces van ruimtelijke inrichting. Op dezelfde manier kan dat gebeuren bij het opstellen of aanpassen van de Omgevingsvisie of het Omgevingsplan.

Voor de inzet van BodemAmbities bij ruimtelijke inrichting verwijzen we naar de brochure De bodem: een stevige basis (pdf, 1.4 MB)