Overzicht publicaties bodemconvenant
Er staan ook publicaties bij de subonderwerpen en projecten. De instrumenten staan in de Bibliotheek.
De meervoudige businesscase van het slimme en duurzame warmtenet.
Onderzoek naar het meervoudig financieren van aquathermie.
De jaarverslagen bevatten informatie die de overheden ter beschikking hebben gesteld voor de sturing van de bodemsaneringsoperatie. Het verslag is onder leiding van het Bodeminformatiebeheer door Bodem+/het Uitvoeringsprogramma Bodem en ondergrond opgesteld in samenwerking met het IPO, de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) (Vereniging Nederlandse Gemeenten), (VROM/)IenW en het RIVM. In het jaarverslag kunt u aan de hand van cijfers en illustratieve voorbeelden zien hoe deze ontwikkelingen de voortgang van bodemsanering/de aanpak van de spoedlocaties beïnvloeden.
Het POP-UP project beantwoordt kennisvragen over hoe om te gaan met opkomende stoffen in de bodem en ondergrond. Hierbij is onderzoek gedaan naar de werking van preventiestrategieën, is een signaleringssysteem voor opkomende stoffen uitgewerkt, zijn handreikingen uitgewerkt en is de kennisinfrastructuur in beeld gebracht. Voorliggende samenvatting geeft verbeteradviezen om de preventiestrategieën voor opkomende stoffen te optimaliseren. Gekeken is naar de Europese kaders, naar nationaal beleid en naar lokale instrumenten. Hierbij lag de focus op de preventie van schadelijke stoffen (de (p)ZZS en opkomende stoffen) in relatie tot onze leefomgeving. Het beschrijft welke verbeteringen in de huidige stelsels mogelijk zijn, zonder deze stelsels zelf ter discussie te stellen. Dit advies is met name bedoeld voor alle overheden die een rol hebben bij het opstellen en uitvoeren van preventiestrategieën.
Het POP-UP project omvat een groot aantal activiteiten gericht op het omgaan met zogenaamde opkomende stoffen. Het project omvat onder andere studies naar een signaleringssysteem, preventiesysteem en handelingskaders, alsmede een aantal pilots. Met de metafoor van het mycelium als uitgangspunt hebben wij binnen het POP-UP project ook een verkenning uitgevoerd naar de huidige kennisinfra structuur rondom opkomende stoffen. Het betreft een eerste peiling van waar actoren uit de keten grofweg mee bezig zijn, waar behoeftes liggen en wat verbeterpunten zijn.
Het POP-UP project heeft geresulteerd in een aantal documenten. Dit document vormt het meest praktische uit deze reeks: een handreiking voor decentrale overheden om hun taken m.b.t. opkomende stoffen in bodem en ondergrond goed in te kunnen vullen. Omdat het (landelijk en internationaal) beleid en ook de wetenschappelijke kennis m.b.t. opkomende stoffen sterk in ontwikkeling is, is dit document een momentopname.
Aanzet tot een signalerings-, beoordelings- en prioriteringssysteem
Het ontbreekt aan een overallstrategie voor aanleg, beheer en onderhoud van ondergrondse kabels en leidingen. Tegen de achtergrond van een aantal grote ruimtelijke en maatschappelijke opgaven ziet het COB-netwerk dit als urgent probleem. Daarom wil het netwerk toewerken naar een overallstrategie voor deze infrastructuur.
Het Uitvoeringsprogramma Bodem & Ondergrond (UP) van het Convenant Bodem en Ondergrond (UP) loopt in 2020 ten einde. Het doel van het UP- kennisspoor is en was het ontwikkelen van kennis en het toegankelijk maken, delen, verspreiden en toepassen van de ontwikkelde kennis voor met name overheden.
Borgen. Verbinden. Afronden. Overdragen. Doorgeven. Deze woorden stonden centraal bij het UP in 2020. De convenantspartijen werken inmiddels tien jaar samen en dit jaar is het moment gekomen om de ondersteuning vanuit het Uitvoeringsprogramma (UP) af te sluiten. En dat vraagt voorbereiding. Kennis en producten moeten worden geborgd en toegankelijk gemaakt voor de decentrale overheden en netwerken. Andere activiteiten zijn nog niet afgerond en moeten door blijven lopen. De taak van dit jaar was dan ook om te zorgen voor een goede overdracht, en de verbinding te blijven leggen met andere domeinen. Het UP zal ophouden, maar haar kennis, ervaringen, projecten, producten en netwerken blijven beschikbaar voor de samenwerking binnen en buiten de sector.
In de online leermodule grondwater wordt kennis ontsloten rondom afwegingen in het gebruik van het grondwater en de ondergrond (activiteiten) en natuurlijke functies van het grondwater (ecosysteemdiensten). De leermodule laat in vijftien minuten zien hoe je aan de hand van de navigator en de visual het gesprek met stakeholders over grondwateractiviteiten en ecosysteemdiensten kunt voeren en kunt afwegen.
Het consortium van DNA van de stad en omgeving heeft onderzocht hoe je de vele beschikbare data en informatie uit de bodem- en ondergrondsector toegankelijk kunt maken in de klimaatsector. Hoe kun je ervoor zorgen dat bijvoorbeeld ontwerpers, adviseurs en studenten deze kennis zelf kunnen toepassen? De onderzoekers willen de verbindingen tussen kennis en praktijk versterken en de relaties tussen de verschillende thema’s en maatschappelijke opgaven inzichtelijk maken. Het onderzoek vond plaats in zes pilots.
Het projectdoel was inzicht te krijgen wat nodig is om onder de Omgevingswet sediment toe te kunnen passen voor verbetering van zandige landbouwbodems, inclusief huidige uitdagingen rond zzs in sediment.
Deze white paper agendeert Sustainable Development Goal (SDG) 15.3 over landdegradatie-neutraliteit en maakt de vertaalslag daarvan naar de Nederlandse situatie. Het tegengaan van landdegradatie in Nederland is immers essentieel. De bodemkwaliteit staat aan de basis van het realiseren van veel andere SDG’s, op het gebied van o.a. gezondheid, duurzame productie en klimaatactie.
De bodem in Nederland staat onder grote druk. Het is dan ook niet de vraag óf de bodem een stem nodig heeft, maar hoe deze stem invulling kan krijgen. In dit rapport leest u aan welke voorwaarden de instrumenten om de functies van de bodem op lange termijn te borgen voor de maatschappij moeten voldoen.
In dit project is onderzocht hoe de waterschappen regionale baggerspecie zo doelmatig mogelijk kunnen toepassen, op een manier die zoveel mogelijk voldoet aan de geformuleerde circulariteitsdoelstellingen.