Visie wet- en regelgeving na 2015 versie 17-02-2012

De genoemde herziening van de Wbb heeft onvoldoende geleid tot de gewenste vermindering van de werkvoorraad en het terugdringen van de hoge kosten voor saneringen. Daarnaast sluit het huidige systeem van programmering en financiering onvoldoende aan bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen. De synergie met andere activiteiten wordt niet benut, omdat er een aparte geldstroom is, waarop aangehaakt kan worden. Deze grote hoeveelheden geld, die bij de rijksoverheid beschikbaar zijn, leiden ook tot stroperigheid in het proces, risicomijdend gedrag bij de uitvoering en het maakt dat er onvoldoende stimuli voor vernieuwing en efficiëntie zijn. Het huidige juridisch instrumentarium uit de Wbb is dus ontoereikend gebleken om beoogde ontwikkelingen in gang te zetten. Veelal wordt in de praktijk niet uitgegaan van een risicobeperkende benadering; verwijderen en niet beheren staat nog altijd centraal. Kansen voor de ondergrond worden niet of onvoldoende benut. Het ontbreken van samenhang tussen bodem‐ en waterbeleid maakt dat een integraal grondwaterbeleid onvoldoende van de grond komt. De financieringsstructuur van de sanering van bedrijventerreinen belemmert stimulerende gebiedsontwikkelingen. De sanering van bedrijfsterreinen komt te langzaam op gang. De samenhang van de ruimtelijke ordening wordt niet gezocht. Het bodembeleid wordt nog te sectoraal ingestoken en moet de sprong gaan maken naar integraal. Dit geldt overigens niet alleen voor het bodembeleid, maar bijvoorbeeld ook voor de ruimtelijke ordening. Nu de crisis steeds ingrijpender lijkt te gaan worden moet meer met minder worden bereikt. Een integrale benadering kan daarbij helpen.