Kennis- en Innovatieontwikkeling

UP-112

Het convenant bodem en ondergrond benadrukt het belang van de ontwikkeling, verspreiding en borging van kennis en expertise over de bodem en ondergrond. Daarom hebben zij in het nieuwe convenant afspraken gemaakt over het inrichten en onderhouden van een ‘Kennisinfrastructuur Bodem en Ondergrond’.

De Kennisinfrastructuur Bodem en Ondergrond kent drie pijlers:

  1. Kennisagenda
  2. Kennis- en Innovatieontwikkeling
  3. Kennisdoorwerking

Pijler 1. Kennisagenda

In 2011 is de eerste Kennisagenda Bodem en Ondergrond opgesteld. In 2015 is een update van deze kennisagenda uitgevoerd en in 2016 is de Kennisagenda Bodem en Ondergrond geactualiseerd. De kennisagenda bevat een inventarisatie van strategische vragen die voortkomen uit knelpunten die momenteel worden ervaren, afspraken en verplichtingen voor de middellange termijn en ambities op de langere termijn. In overleg met het bodemwerkveld wordt de kennisagenda periodiek herijkt en aangepast.

Pijler 2. Kennis- en Innovatieontwikkeling

Pijler 2 draait om Kennis- en Innovatieontwikkeling in projecten. De investeringsmiddelen voor kennis- en innovatieontwikkeling worden in beginsel zoveel mogelijk ingezet voor projecten van proactieve derden in de zogenoemde ‘gouden driehoek’, dat wil zeggen met deelname (in consortia) van (decentrale) overheden, probleemhebbende en probleemoplossende bedrijven en onderzoeksinstellingen. Dit om bewust maatschappelijke dynamiek op te zoeken en een gezamenlijke investering te realiseren. Ieder jaar wordt een nieuwe actuele uitvraag naar kennis- en innovatieprojecten gedaan.

Pijler 3. Kennisdoorwerking

Voor een goede kennisdoorwerking binnen pijler 3 is het van belang dat de kennis- en innovatieprojecten op kennisdoorwerking anticiperen. Vanuit het kennisprogramma van het uitvoeringsprogramma Convenant bodem en ondergrond is er geconstateerd dat meer aandacht voor kennisdoorwerking gewenst is. Immers, er is al veel kennis ontwikkeld en er wordt ook nog meer kennis ontwikkeld maar die bereikt de werkvloer in onvoldoende mate. In de uitgevraagde projecten van het convenant wordt nadrukkelijk aandacht gegeven aan kennisdoorwerking.

Organisatie van faciliterende, adviserende en besluitvormende partijen

Bij de totstandkoming en de uitvoering van het convenant van de overheden zijn vele organisaties betrokken in de volgende organisatiestructuur (zie plaatje hiernaast). Voor het opstellen van een Programma van Eisen en de verdere begeleiding van de procedure rond de uitvraag, beoordeling en gunning van projectvoorstellen heeft het Programmateam de Werkgroep Verdeling Kennisbudget ingesteld. In deze Werkgroep zijn de convenantpartijen evenredig vertegenwoordigd, dat wil zeggen per convenantpartij (waterschappen, gemeenten, provincies en ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) één lid. De Werkgroep wordt ondersteund door Rijkswaterstaat/WVL (Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving) en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van het Uitvoeringsprogramma Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020.