Kom je met het gestelde vermogen van een gesloten systeem niet al heel snel aan een inrichting volgens het Activiteitenbesluit?

Vraag

Kom je met het gestelde vermogen van een gesloten systeem niet al heel snel aan een inrichting volgens het Activiteitenbesluit?

Antwoord

Nee. Een bodemenergiesysteem kan een zelfstandige inrichting zijn, als aan twee vereisten is voldaan. Allereerst moet sprake zijn van een inrichting volgens de omschrijving die daarvan in de Wm is gegeven, namelijk een activiteit die bedrijfsmatig of in een daarmee vergelijkbare omvang wordt verricht (artikel 1.1, eerste lid, van de Wm). Vervolgens moet worden nagegaan of de inrichting nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken (artikel 1.1, derde lid, van de Wm). Die inrichtingen worden opgesomd in het Besluit omgevingsrecht. Aangewezen zijn onder meer inrichtingen waarin een of meer elektromotoren aanwezig zijn met een (gezamenlijk) vermogen groter dan 1,5 kW. Dit volgt uit bijlage I, onder C, 1.1, van het Besluit omgevingsrecht. Bij de berekening van het gezamenlijke vermogen blijven elektromotoren met een vermogen van 0,25 kW of minder buiten beschouwing, evenals elektromotoren die voor particuliere woningen worden aangewend.

Een particuliere woning wordt dus, onafhankelijk van de omvang van het vermogen van de elektromotor van de warmtepomp, doorgaans niet aangemerkt als een inrichting waarop hoofdstuk 8 van de Wm van toepassing is, omdat dit vermogen voor de woning wordt aangewend en dan de uitzondering geldt.