Voortgangsrapportages herontwikkeling en sanering voormalige gasfabrieksterreinen

Voortgangsrapportages aanpak voormalige gasfabrieksterreinen. De IPO werkgroep BO-08 faciliteerde de uitvoering van de regionale gasfabriekenprogramma’s. Het programma kende drie periodes: 2000-2004, 2005-2009 en 2010-2014. Van januari 2005 tot de opheffing van de werkgroep in juli 2010 was Bodem+ secretaris van de IPO werkgroep BO-08.

Rapport

Op dit moment worden de voormalige gasfabrieksterreinen door de bodemverontreiniging meestal marginaal gebruikt (als parkeerterrein, bedrijfsterrein). De terreinen liggen vaak aan de rand van de oude stads- en dorpscentra en hebben door het marginale gebruik in veel gevallen een negatieve uitstraling op de omgeving. De herontwikkeling van deze terreinen geeft een belangrijke impuls aan de kwaliteit van deze gebieden. De programmatische aanpak van de oude gasfabrieksterreinen maakt bodemsanering mogelijk en geeft gemeenten en marktpartijen de kans om deze terreinen te betrekken bij herontwikkeling, waarmee de kwaliteit van de leefomgeving van een veel groter gebied sterk verbetert.

Er is een programma opgesteld als uitwerking van de ‘Intentieverklaring bodemverontreiniging voormalige gasfabrieksterreinen’ uit 1999.

De belangrijkste ingrediënten van de intentieverklaring zijn als volgt:

  • herontwikkeling van de gasfabrieksterreinen in een programmatische aanpak;
  • sanering van de bij het overgrote gedeelte van de locaties aanwezige aanzienlijke bodemverontreiniging, vóór 2015;
  • financiering van deze aanpak van de bodemverontreiniging regelen door partijen die belang hebben bij de sanering en ontwikkeling van een specifieke locatie, of clusters van locaties, voor het grootste deel te laten bijdragen;
  • Rijksbijdrage (Wbb budget) op basis van het gehele programma.

De toewijzing van Rijksmiddelen (vooraf) en de verantwoording aan het Rijk (achteraf) over voortgang, bestedingen en resultaten vinden jaarlijks plaats.

Het programma
Met de provincies en de twee grote gemeenten is afgesproken om de intentieverklaring met het Rijk, mede inhoudende het aanbod van cofinanciering, te vertalen in uitvoeringscontracten met de probleemhebbers/initiatiefnemers. De programmering en verwezenlijking is vervolgens zaak van provincie/gemeente (convenantpartijen), betrokken lagere overheden, eigenaren en marktpartijen.

De IPO werkgroep BO-08 faciliteert de uitvoering van de regionale gasfabriekenprogramma’s. Hiervoor is een werkmethode ontwikkeld en gebruikt men elkaars ervaringen. Van januari 2005 tot de opheffing van de werkgroep in juli 2010 was Bodem+ secretaris van de IPO werkgroep BO-08.

Het programma beslaat drie periodes: 2000-2004, 2005-2009 en 2010-2014.

De herontwikkeling en sanering van een voormalig gasfabrieksterrein laat zich niet vangen in een bepaalde investeringsperiode, maar vindt meestal plaats over de grenzen van meerdere investeringsperiodes. Daarom is de voortgang via twee sporen in beeld gebracht, namelijk aan de hand van:

  1. De ‘bestuurlijke binding’, gecombineerd met de hoogte van de verplichtingen die per investeringsperiode zijn/zullen worden aangegaan.
  2. Het aantal locaties waarvoor de sanering is gestart en de stadia die de locaties gaan en inmiddels hebben doorlopen.

Project CasGas
Projectgroepleden hebben in 2004 deelgenomen aan het SKB-project CasGas. In dit project is de gang van zaken rond de ruimtelijke ontwikkelingen op een aantal gasfabriekterreinen geëvalueerd. Het project heeft geleid tot de rapportage 'Casuïstiek Gasfabrieken, Sanering en herontwikkeling van voormalige gasfabriekterreinen'. Hierin staan de faal- en succesfactoren rondom de sanering van voormalige gasfabriekterreinen beschreven. Het rapport trekt ook lessen voor Wbb- en ISV programma’s en geeft een goede beschrijving van de manier waarop een programmatische invulling kan worden vormgegeven. Het SKB- project CasGas is een voorbeeld van hoe -op het gebied van gasfabriekterreinen- gebruik wordt gemaakt van elkaars ervaringen.

Downloads