Programmering en financiering van bodemsaneringsoperatie

Bodemsanering vindt deels plaats met middelen die door het Rijk aan de bevoegde overheden bodemsanering ter beschikking worden gesteld. De bodemsaneringsoperatie is vanaf 2000 programmatisch en financieel opgedeeld in vijfjarige periodes.

Gemeente- en provinciefonds

Vanaf 2010 worden de middelen voor bodemsanering toegekend via de decentralisatie-uitkering bodem binnen het gemeente- en provinciefonds. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties beheert de fondsen en publiceert wijzigingen in hun circulaires.

Voor 2010 gaf het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu: Infrastructuur en Waterstaat) middelen via een specifieke uitkering. De aanleiding om over te gaan naar het gemeente- en provinciefonds is de wens van zowel gemeenten, provincies als het Rijk om diverse taken en verantwoordelijkheden, waaronder die op bodemgebied, decentraal neer te leggen. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen de verschillende partijen. Een invulling van deze decentralisering is een kleinere rol van de het Rijk bij de verantwoording van de middelen. Bestedingsvrijheid is een ander gewenst effect.

Meer informatie over het gemeentefonds en het provinciefonds is te vinden op de website van de Rijksoverheid.

Financiële stimuleringsregelingen

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gebruikt enkele regelingen om de saneringsoperatie te versnellen door andere partijen te stimuleren om saneringen uit te voeren. De bedrijvenregeling is een voorbeeld van een subsidieregeling vanuit de landelijke overheid voor in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen. Diverse bevoegde overheden hanteren daarnaast lokale subsidieregelingen voor bijvoorbeeld particulieren, ter stimulering van de bodemsaneringsoperatie.

Meer informatie vindt u op de pagina over bodemsanering bedrijfsterreinen.