Wanneer is bij een asbestverontreiniging sprake van actuele risico’s en moet met spoed gesaneerd worden?

Vraag

Wanneer is bij een asbestverontreiniging sprake van actuele risico’s en moet met spoed gesaneerd worden?

Antwoord

In de laatste versie van de circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 is in bijlage 3 het Milieuhygiënisch Saneringscriterium Bodem, Protocol Asbest opgenomen. Met het protocol asbest kan worden bepaald of er sprake is van onacceptabele risico's door de aanwezigheid van bodemverontreiniging met asbest en in hoeverre saneringsmaatregelen (op korte termijn) moeten worden getroffen.

Het protocol asbest is alleen van toepassing op historische (water)bodemverontreiniging met asbest, waarbij asbest aanwezig is in een gehalte boven de interventiewaarde van 100 mg/kg d.s. (gewogen (serpentijngehalte vermeerderd met tienmaal het amfiboolgehalte). Het protocol heeft dus geen betrekking op niet historische gevallen van bodemverontreiniging (zogenaamde nieuwe gevallen die zijn ontstaan vanaf 1993) die op basis van de zorgplicht gesaneerd moeten worden.

In het protocol asbest is met een stappenschema aangegeven hoe vastgesteld kan worden of wel of geen sprake is van onaanvaardbare risico’s. Of sprake is van (on)aanvaardbare risico’s is afhankelijk van het asbestgehalte, hechtgebondenheid, huidige of toekomstig gebruik van de locatie, de aanwezige bodembedekking en het gehalte aan respirabele vezels in de contactzone.

Als sprake is van onaanvaardbare risico’s moeten spoedig saneringsmaatregelen worden getroffen. Het bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) legt in de beschikking vast binnen welke termijn (maar uiterlijk binnen vier jaar) moet zijn gestart met de sanering. Ook kan het bevoegd gezag tijdelijke beveiligingsmaatregelen (bijvoorbeeld het plaatsen van een hekwerk om de locatie) opleggen in de beschikking.

Als sprake is van aanvaardbare risico’s bij het huidig of voorgenomen gebruik van de locatie is er geen directe saneringsnoodzaak. Wel moet de verontreiniging kadastraal worden geregistreerd en kan het bevoegd gezag Wbb voorschrijven om beheermaatregelen op te leggen. Daarbij kan gedacht worden aan het opleggen van gebruiksbeperkingen en de verplichting om wijzigingen in het gebruik te melden.