Waar moet vervolgens bodemonderzoek zich op richten: de gehele bouwkavel, het bouwvlak of als slechts een gedeelte van het bouwvlak wordt bebouwd, dat stuk?

Vraag

Waar moet vervolgens bodemonderzoek zich op richten: de gehele bouwkavel, het bouwvlak of als slechts een gedeelte van het bouwvlak wordt bebouwd, dat stuk?

Antwoord

Wat de omvang van het onderzoek betreft kan worden gezegd dat in beginsel het onderzoek zich niet beperkt tot het stuk waar daadwerkelijk gebouwd wordt, maar ook informatie verschaft over in de regel de gehele bouwkavel en dus ook het hele bouwvlak. Het bouwvlak is namelijk het stuk binnen de bouwkavel waar volgens het bestemmingsplan daadwerkelijk gebouwd mag. De bij het gebouw behorende tuin of het terrein heeft nu eenmaal een relatie met het gebruik van het gebouw. Bij een nieuw huis met tuin wordt daarom vaak de hele bouwkavel meegenomen in het onderzoek, betreft het alleen een aanbouw dan kan het onderzoek beperkt worden tot het stuk waar daadwerkelijk gebouwd wordt (zie Memorie van Toelichting bij de Woningwet).

Vanuit de Woningwet is bij de bouw van een dakkapel geen bodemonderzoek nodig omdat deze, uiteraard, de grond niet raakt en ook niet bij de bouw een schuurtje, omdat hier niet (nagenoeg) voortdurend mensen verblijven. De Woningwet ziet met name toe op de veiligheid en gezondheid van de mens. Vanuit andere wetgeving, bijvoorbeeld de Arbo, kan dit weer anders zijn. Het bevoegd gezag heeft dus een zekere afwegingsruimte tot waar het bodemonderzoek zich uitstrekt.

De Wabo biedt de mogelijkheid om aan de omgevingsvergunning voor bouwen voorwaarden te verbinden. Op basis van artikel 2.22 van de Wabo kunnen voorwaarden aan de omgevingsvergunning worden verbonden die specifiek toezien op de betreffende activiteit waarvoor vergunning wordt gevraagd. Bij een vergunning voor bouwen gaat het daarbij om de weigeringsgronden voor de vergunning, zoals die zijn opgenomen in artikel 2.10 van de Wabo. In het eerste lid, onder b wordt de bouwverordening genoemd.

De gemeenteraad heeft bij het opstellen van de bouwverordening de nodige bestuurlijke vrijheid. In de bouwverordening kunnen bijvoorbeeld aanvullende eisen worden gesteld, zoals bijvoorbeeld het verplicht onderzoeken op kritische parameters (arseen, asbest en dergelijke) bovenop het standaard NEN-5740 analysepakket. Maar het is niet altijd nodig een bodemonderzoek te verlangen, bijvoorbeeld als er nog een recent bodemonderzoek beschikbaar is.