Voorbeeld gemeente Amsterdam

Een mooi voorbeeld van een structuurvisie waarin grondwater de nodige aandacht krijgt is opgesteld door de gemeente Amsterdam. Reden genoeg om eens te gaan praten met Hanneke Cusell en Jeroen Ponten van Waternet en hun de vraag voor te leggen hoe grondwater in de structuurvisie is geland.

Structuurvisie

Deze visie heeft de naam ‘Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam’ meegekregen.

In de structuurvisie heeft de Amsterdamse gemeenteraad haar ruimtelijke ambities tot 2040 vastgelegd, mede uitgaande van vier grote bewegingen die nu al zichtbaar zijn. Deze vier grote bewegingen zijn:

  1. Het centrum wordt groter.
  2. Groen wordt belangrijker.
  3. Amsterdam richt zich op het IJ.
  4. Zuidflank wordt internationaler.

De structuurvisie is opgebouwd uit 3 delen. In ieder van die delen is een aparte paragraaf opgenomen waarin wordt aangegeven welke rol de ondergrond, en grondwater als onderdeel daarvan, speelt in de ruimtelijke inrichting. In het deel ‘visie en beleid’ wordt grondwater nadrukkelijk gekoppeld aan het thema Groen en Water. Uit de structuurvisie blijkt dat grondwater in Amsterdam wordt gezien als een kans. Via het beleidsthema’s groen wordt een koppeling gelegd met de gezondheid van bewoners van een wijk. Ook wordt grondwater geagendeerd via de thema’s waterberging (mede in relatie tot klimaatverandering), voedselproductie en biodiversiteit. De bescherming van ons erfgoed en het voorkomen van paalrot en zakkingen zijn verder natuurlijk typische items voor onze hoofdstad waarin alle partijen zich zullen herkennen.

Interview

Hanneke en Jeroen geven aan dat Waternet een organisatie is die zowel voor de gemeente Amsterdam als het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht werkt. De petten worden dus regelmatig gewisseld. Grondwater is in Amsterdam altijd al een onderwerp geweest dat hoog op de agenda heeft gestaan. Dit als sinds in ieder geval 1990 in de `nota grondwater’. Er zijn al diverse grondwaterplannen en –nota’s opgesteld, en nu het GRP. Er is een subsidieregeling geweest voor het nemen van maatregelen en geld voor onderzoek. Zo wordt er al jaren een zeer uitgebreid monitoringsnetwerk met circa 2500 peilbuizen onderhouden. Verder wordt grondwater natuurlijk ook opgenomen in het verbreed GRP. Voor Amsterdam is het gezien haar historie erg logisch dat met ruimtelijke ontwikkelingen rekening moet worden gehouden met het grondwater.

Het belang van grondwater zit in de meeste sectoren van de gemeente goed tussen de oren, en dat wordt volgens Jeroen vooral ook bereikt door een proactieve houding: zelf initiatieven nemen en bij andere afdelingen langs gaan als de indruk bestaat dat grondwater ergens in het geding is.

Grondwater wordt gekoppeld aan hogere thema’s zoals biodiversiteit, overlast, etc. Het is vooral ook een kwestie van samenwerken van verschillende diensten binnen gemeenten. Je hebt de planologen, sector afvalwater, afdeling groen. Die drie moeten ook om de tafel. Dat zijn de natuurlijke allianties. Die zitten in Amsterdam dicht bij elkaar en kunnen elkaar goed vinden, letterlijk en figuurlijk. Bij ondergronds bouwen moet standaard rekening worden gehouden met het grondwater.

De afdeling Planadvies van de gemeente toetst aan grondwater. Het is de bedoeling dat alle relevante plannen langskomen. De structuurvisie is een handig kader want het agendeert grondwater en onderstreept het belang van het ‘aan de voorkant’ meewegen van grondwaterbelangen bij ruimtelijke besluiten. De structuurvisie verleent de nodige status aan het grondwaterbelang maar in de praktijk moet dat op een lager niveau worden uitgewerkt. De watertoets is daarvoor een geschikt instrument. Maar dat er in de structuurvisie over grondwater wordt gesproken is een feit van niet te onderschatten belang.

De watertoets is in Amsterdam een belangrijk procesinstrument. Maar overleg is niet altijd verplicht en dat wringt zo nu en dan. Een nieuw plan mag geen nieuwe problemen veroorzaken. Meestal proberen we goede oplossingen te vinden door combinaties te zoeken, dat biedt de beste kansen. En bekijk niet alleen het plangebied maar betrek daarbij ook de wat ruimere omgeving. Al met al geeft Jeroen aan goede ervaringen te hebben met de watertoets. Het draagvlak binnen de gemeente om grondwaterproblemen op te lossen is mede daardoor groot. Voor de afweging van waterbelangen is de watertoets uiteindelijk toch het beste moment. Het helpt dan dat in de structuurvisie melding wordt gemaakt van de trits ‘vasthouden – bergen - afvoeren’.

De gemeente Amsterdam beschikt over kwetsbaarheidskaarten waarin mogelijke wateroverlast in beeld is gebracht. Er wordt gewerkt aan kwetsbaarheidskaarten met betrekking tot onderlast. Ook is de funderingssituatie goed in beeld en kan bij bouwplannen snel worden geschakeld en gewenste ontwateringsdieptes worden vastgesteld om wateroverlast te voorkomen. Het waterloket van de gemeente adviseert bij het oplossen van lokale problemen door de burger op te zoeken en ‘aan de keukentafel’ naar praktische oplossingen voor grondwateronderlast en overlast te zoeken. Als een soort huisarts voor grondwaterproblemen.

Hanneke en Jeroen constateren dat zij in de grote projecten zoals IJburg vanaf het begin betrokken zijn geweest. Bij de grote projecten gaat het goed. Bij kleinere projecten (inbreidingen) komen grondwaterbelangen niet altijd op de agenda, en in die situaties (kleine oppervlakken) is de watertoets ook niet verplicht. Grondwater is in de meeste projecten in zoverre ‘ordenend’ dat verplicht een minimum percentage oppervlak moet worden gereserveerd voor waterdoeleinden. Jeroen stelt dat grondwaterproblemen achteraf oplossen een factor 5 duurder is dan deze in de planfase meenemen.

In algemene zin waarschuwt Jeroen om niet te veel uit te gaan van problemen en knelpunten maar juist naar kansen te kijken, hij noemt dat een ‘win-win-win-situatie’. Mooie voorbeelden daarvoor zijn, volgens Jeroen, het gebruik van verhardingsmateriaal dat hemelwater in de bodem laat infiltreren, en de aanleg van infiltratieriolen die in droge periodes ook kunnen worden gebruikt voor de aanvoer van oppervlaktewater naar de bodem om ‘onderlast’ te voorkomen. Daarnaast worden, onder het motto ‘Amsterdam rainproof’, zo mogelijk bergbezinkbassins aangelegd, bijvoorbeeld onder het Haarlemmerplein, en op veel andere plaatsen in de binnenstad. De structuurvisie wordt niet als belemmerend voor de ontwikkeling van de stad ervaren maar stimuleert juist het zoeken naar kansen.