Handvatten grondwateronderlast

In een structuurvisie kan worden aangegeven of en hoe ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden gestuurd door bijvoorbeeld grondwaterbelangen. Soms kan door combinatie van functies goed met grondwater rekening worden gehouden.

Algemene teksten

Gebiedsontwikkeling en locatiekeuze

Op de kennissite bodemambities.nl (Thema Bodemafdekking) zijn inspirerende voorbeelden gegeven van mogelijkheden om bij gebiedsinrichting en locatiekeuze grondwateronderlast te voorkomen.

De grondwaterstand varieert over de stad. Op sommige plaatsen is deze nu al laag en is deze gevoelig voor ingrepen. Bij de inrichting van stedelijk gebied is het mogelijk om grondwater-gevoelige functies in minder kwetsbare delen van het gebied te plaatsen. Dit is bijvoorbeeld gedaan in de wijken … van … . Mooie voorbeelden van de afstemming van ruimtelijke ordening op de bodem zijn te vinden op de website www.ruimtexmilieu.nl.

Functiecombinaties

In gebieden die gevoelig zijn voor grondwateronderlast is het verstandig om te stimuleren dat de bodem (ook) wordt gebruikt voor de tijdelijke buffering van hemelwater. Andere mogelijkheden om grondwateronderlast te beperken zijn stimuleren dat bewoners tuinen zo min mogelijk verharden, en zoveel mogelijk riolering ‘afkoppelen’.

Hemelwaterinfiltratie:

Inspiratieboek over waterrobuust bouwen in stedelijk gebied:

Verdroging in de stad:

Verdroging tegengaan met groenblauwe netwerken:

Herstellen van open water:

wadi

Bloemendaal

Water is mede-ordenend element. In grondwatersysteem wordt hemelwater geborgen. Grondwatersysteem vormt samenhangend onderdeel van oppervlaktewatersysteem, dat is toegerust om toevoer van extra grondwater van gewijzigd grondwatersysteem op te vangen. Grondwater is mede sturend voor ruimtelijke ordening.

Amsterdam

Klimaatverandering kan ook leiden tot lagere grondwaterstanden, met mogelijk schade tot gevolg voor houten paalfunderingen. Gaan zorgvuldig om met grondwater om houten palen te beschermen. Goed grondwaterbeheer is duurzaam. Het ondergronds ruimtegebruik wordt zorgvuldig afgewogen.

De ambitie en noodzaak te verdichten en ondergronds te bouwen verhoudt zich moeilijk tot de onvoorspelbaarheid van droogte en wateroverlast. Grootschalig ondergronds bouwen is onverstandig door de gevoeligheid van de bodem en beïnvloeding van de waterspiegel. Er zijn wel dure compenserende maatregelen denkbaar maar die zijn maatwerk en moeten wellicht uit de exploitatie van de ondergrondse activiteit worden betaald.

Ondergronds bouwen is van grote invloed op de grondwaterstromen en kan leiden tot zowel overlast als onderlast.

Bij werkzaamheden in de ondergrond worden ongewenste invloeden zo goed mogelijk voorkomen.

Amsterdam

De Amsterdamse ondergrond biedt de ruimte voor het grondwater en is een cruciaal onderdeel van het watersysteem. Grondwater zorgt voor stabiliteit van de ondergrond en de houdbaarheid van houten palen. De verschillende functies in boven- en ondergrond zijn optimaal op elkaar afgestemd zodat er geen nieuwe grondwaterproblemen ontstaan. Bij werkzaamheden worden ongewenste invloeden op grondwater en grondwaterstand zo goed mogelijk voorkomen.

Verdrogingbestrijding bestaat voor een belangrijk deel uit realisatie van de GGOR in gebieden met de functie natuur. De verdrogingbestrijding concentreert zich op de TOP-gebieden. In veel gebieden is een aangepast oppervlaktewaterpeil nodig. Daarnaast zijn vaak aanvullende of compenserende maatregelen nodig om het ambitieniveau te bereiken of te benaderen. Het ambitieniveau is indirect via habitat- en natuurdoeltypen in de Natura2000 beheerplannen en het Natuurbeheerplan vastgelegd.

doorlatende verharding

Overige voorbeelden

Vanuit het oogpunt van watergebruik is het beheer van grondwater gericht op het zuinig omgaan met deze kostbare voorraad, deze goed te beschermen en bij voorkeur te benutten voor hoogwaardige doelen. Denk hierbij aan de openbare drinkwatervoorziening en industriële processen die op grond van de Warenwet een goede waterkwaliteit nodig hebben. Motivatie is het aspect volksgezondheid en het bevorderen van een zo hoog mogelijke grondwaterstand voor de condities van natte natuurgebieden.

Bestaande inspanningen om besparingen in het verbruik te realiseren, worden voortgezet. Het gebruik van grondwater voor beregening is binnen algemene kaders toegestaan, maar in droge perioden kan een beregeningsverbod gelden.

De grondwaterstand en het oppervlaktewaterpeil moeten worden afgestemd op de gebiedsfuncties op de waterfunctiekaart. Het waterschap werkt dit uit in een Gewenst

Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR), als bouwsteen voor een nieuw te effectueren peilbesluit.

Verdrogingbestrijding bestaat voor een belangrijk deel uit realisatie van de GGOR in gebieden met de functie natuur. De verdrogingbestrijding concentreert zich op de TOP-gebieden. In veel gebieden is een aangepast oppervlaktewaterpeil nodig. Daarnaast zijn vaak aanvullende of compenserende maatregelen nodig om het ambitieniveau te bereiken of te benaderen. Het ambitieniveau is indirect via habitat- en natuurdoeltypen in de Natura2000 beheerplannen en het Natuurbeheerplan vastgelegd.

In kwetsbare gebieden (aan grondwater gebonden natuurgebieden met bufferzone en de grondwaterbeschermingsgebieden, zijn nieuwe permanente onttrekkingen in principe niet toegestaan als deze significant negatieve effecten hebben. In de planperiode wordt de kaart met kwetsbare gebieden herzien.

Indien een waterbeheerder de grondwaterstand verhoogt dient deze een projectplan op te stellen (werk ter beïnvloeding van een grondwaterlichaam). Voor de gemeente geldt deze verplichting niet, want de gemeente is geen beheerder in de zin van de Waterwet. Het verhogen van de grondwaterstand op locaties met paalrot is ook een voorbeeld van een eigen werk, maar dan van de gemeente (in het kader van de gemeentelijke grondwaterzorgplicht). Dergelijke maatregelen worden vastgelegd in het GRP, dat de gemeente in afstemming met anderen (waaronder het waterschap) vaststelt.