Gidsmodellen

Bij het plannen van een ruimtelijke ontwikkeling wordt in veel gevallen met wateraspecten onvoldoende of niet op juiste wijze rekening gehouden. Een oorzaak is dat informatie ontbreekt over de manier waarop water als structuurdrager kan worden gebruikt, en geïntegreerd kan worden met andere structurerende belangen, zoals verkeer, natuur en milieu. Deskundigen op het gebied van grondwater geven aan dat zij het gevoel hebben dat ‘de werking van watersysteem moet worden uitgelegd’.

Door opgaven van water aan te pakken in combinatie met opgaven vanuit ruimte kunnen kansen worden gecreëerd voor een toekomstbestendige inrichting, die duurzaam is en de ruimtelijke kwaliteit verbetert. Gidsmodellen zijn beeldschema’s. De gidsmodellen dienen als input voor overleg en planvorming, zodat het aspect water al in het begin van een planproces kan worden meegenomen en water daardoor een onderdeel kan vormen van de hoofdstructuur van een nieuwe wijk of park. Ook kunnen gidsmodellen bijdragen aan het zoeken naar combinaties van wateroplossingen met andere ruimtevragende functies.

De TU Delft heeft onder leiding van S.Tjallingi in het verleden zogenoemde gidsmodellen ontwikkeld.

De modellen bestaan uit ruimtelijke schema’s die beperkingen en kansen van water als drager van ruimtelijke structuren inzichtelijk maken. Sindsdien is het concept van de ‘gidsmodellen’ door anderen overgenomen en verder geëvolueerd.

In het kader van het I&M/Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering zijn op basis van basisprincipes voor het reguleren van waterstromen gidsmodellen voor water ontwikkeld, die kunnen worden toe­gepast afhankelijk van het landschapstype en die tot goede ruimtelijke keuzes moeten leiden. De gidsmodellen borduren voort op de lagenbenadering (ondergrond, netwerk­laag en occupatielaag) die als fundament voor ruimtelijk beleid op rijksniveau is gebruikt. De lagenbenadering is een goed hulpmiddel voor analyse. Door hieraan de basisprincipes voor het reguleren van waterstromen te koppelen, kunnen gidsmodellen er aan bijdragen dat de lagenbenadering operationeel wordt en meer richting kan geven aan ruimtelijke planprocessen.

Voor de vijf landschappen zijn in totaal elf gidsmodellen beschreven die laten zien hoe ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden afgestemd op risico’s en kansen van de ondergrond en het watersysteem. Soms is sprake van een grote intensiteit van bebouwing en verharding, waardoor de plaatselijke landschap­pelijke mogelijkheden niet meer bereikbaar zijn. In dat geval kan worden terug­gegrepen op technische en ondergrondse maatregelen. Ook de kansen van particuliere gebouwen en kavels komen dan in beeld. De ruimtelijke kansen van die situatie zijn verbeeld in een apart gidsmodel (12) voor bebouwd gebied. In een toelichting bij ieder gidsmodel wordt kort beschreven: de situatie, het probleem, en enkele strategieën waarmee het probleem wordt opgelost.

Het Waterschap Rivierenland heeft 5 gidsmodellen ontwikkeld die de verschillende mogelijkheden schetsen voor het omgaan met overtollig (hemel-)water. Dit zijn het ‘infiltratiemodel, het isolatiemodel, integratiemodel, fluctuatiemodel en het binnenstadsmodel.

Gidsmodellen worden ook toegepast in combinatie met bijvoorbeeld ‘de natuurlijke alliantie’.

Werken met gidsmodellen is een vorm van conceptueel denken en ontwerpen, een proces dat gezamenlijk kan worden doorlopen met deskundigen in verschillende disciplines en de ruimtelijke ordening. Het is daarmee ook een goed hulpmiddel bij het inbrengen van grondwaterbelangen in de structuurvisie. Gidsmodellen kunnen in het proces behulpzaam zijn in de stappen ‘agenderen’ t/m ‘uitwerken in de structuurvisie’.

Voorbeeld gidsmodellen grondwateronderlast