Voorbeeld: Klimaat actieve stad - kwestie van slim meekoppelen

Dwarsverbanden: Veiligheid en Governance.

Een van de grootste uitdagingen van het Deltaprogramma is misschien wel de gezamenlijke ambitie om Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te hebben ingericht. Wateroverlast en droogte veroorzaken jaarlijks een aanzienlijke schade in het stedelijk gebied en door klimaatverandering zal dit in de komende jaren alleen maar gaan toenemen. Dat vraagt inspanning van alle partijen van nationaal tot regionaal en lokaal niveau. Om de ambitie te realiseren moeten waterveiligheid en klimaatbestendigheid integraal meegewogen worden bij het plannen van ruimtelijke ontwikkelingen, bij herontwikkeling en bij investeringen in beheer en onderhoud. Dit is een complexe opgave, want het vereist samenwerking van vele actoren op lokaal en regionaal niveau.

De inrichting van het bodem/water systeem is direct van invloed op de waterveiligheid. De klimaatverandering zal in steden ook leiden tot extreme neerslag, met wateroverlast als gevolg. De inrichting en de eigenschappen van het bodem/water systeem bepalen ook in grote mate welke gevolgen wij hiervan gaan ondervinden en daarmee ook de hoogte van de schades. Neerslag die op de bodem valt, zal afhankelijk van de aard en samenstelling van de bodem, infiltreren of juist oppervlakkig afstromen. Een klimaatrobuuste stedelijke omgeving moet beschikken over voldoende onafgedekte bodem, zoals parken, tuinen en wegbermen, zodat overtollig water gemakkelijker kan wegstromen. Ook het vergroten van het waterbergend vermogen van het stedelijk gebied door het inrichten van ondergrondse waterberging is een effectieve maatregel. Een goed doorlatende bodem biedt bovendien bescherming tegen hittegolven doordat grote hoeveelheden water in de grond worden opgeslagen, wat een matigend effect op de temperatuur heeft. Hierdoor wordt het ontstaan van zogeheten hitte-eilanden voorkomen.

In het kader van de afspraken over de klimaat adaptieve stad (KAS) zal door de gemeenten in de komende jaren invulling moeten worden gegeven aan de klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van het stedelijk gebied. Klimaatadaptieve maatregelen vragen niet per definitie om meer geld. De sleutel is meekoppelen in de uitvoering. Waterveiligheid en klimaatbestendigheid zijn vrijwel nooit de enige doelstellingen van een ruimtelijke ontwikkeling. Meekoppelen kan bijvoorbeeld met geplande ingrepen in de openbare ruimte, de ondergrondse infrastructuur en het vastgoed. Voor het stedelijk gebied betekent dat afstemming met andere sectoren binnen de gemeente, zoals riolering, wegenbeheer en groenbeheer, met de waterbeheerder (in de meeste gevallen het waterschap), de nutsbedrijven en woningcorporaties.