Boringen in beschermingsgebieden

De provincie stelt in de Provinciale Milieuverordening (PMV) voor aangewezen gebieden (beschermingszones) regels ter bescherming van het grondwater met het oog op de waterwinning. Onder waterwinning wordt met name begrepen water bestemd voor menselijke consumptie.

Provinciale milieuverordening

Op grond van artikel 1.2 Wet milieubeheer stellen Provinciale Staten de PMV vast. Gedeputeerde Staten handhaven deze. Iedere provincie stelt zijn eigen PMV vast en de verordeningen verschillen onderling.

De aanduiding van gebieden waarin de kwaliteit van het milieu of van een of meer onderdelen daarvan bijzondere bescherming behoeft behoort tot de hoofdzaken van het door het provinciaal bestuur te voeren milieubeleid (artikel 4.9, lid 3, onder c Wm). De bijzondere bescherming via de PMV is een noodzakelijke aanvulling op de functietoekenning aan gebieden in het milieubeleidsplan. Functietoekenning is niet voldoende om gebieden te beschermen, daarvoor is er instrumentarium nodig (zie ook art. 1.2 lid 8 Wm).

De regels in de PMV kunnen aanvullende eisen bevatten ten opzichte van de algemene regels van bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit en het Besluit lozen buiten inrichtingen. Voorbeelden van beperkingen die kunnen voortvloeien uit de PMV zijn: verboden om zonder ontheffing of melding boringen uit te voeren of warmte aan de bodem toe te voegen (bodembedreigende activiteiten) in beschermingszones.

Beschermingszones

Er zijn verschillende beschermingszones die in de PMV aangewezen kunnen zijn: waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden (veelal 25‐ en 100‐jaarzones) of boringsvrije zones. Elke beschermingszone heeft een eigen beschermingsniveau.

  • Waterwingebieden zijn de meest kwetsbare zones van de beschermingsgebieden, waarin het beschermingsniveau het hoogste is. Alleen activiteiten in het kader van de grondwaterwinning zijn toegestaan.
  • Grondwaterbeschermingsgebied is een bufferzone rondom het waterwingebied. Hier is het beschermingsniveau iets lager dan in een waterwingebied, er gelden minder verboden. Vaak zijn deze gebieden aangeduid als 25- of 100-jaarzones.
  • Rondom het grondwaterbeschermingsgebied is veelal nog een boringsvrije zone opgenomen. Binnen de boringsvrije zone kan bijvoorbeeld het hebben van een boorput of het dieper graven dan x meter verboden zijn.
In de PMV zijn voor iedere beschermingszone regels opgenomen die activiteiten in die beschermingszone nader reguleren of verbieden. Deze regels kunnen per provincie verschillend zijn.


Ontheffing of melding

Van de verboden voor activiteiten in waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden of boringsvrije zones, kan ontheffing worden verleend indien het belang van het milieu zich daartegen niet verzet. Wanneer een omgevingsvergunning voor een inrichting is vereist, worden daarin de instructievoorschriften vanuit de PMV opgenomen (art. 5.15 Besluit omgevingsrecht). Sommige provincies werken niet met ontheffingen, maar met absolute verboden beneden een bepaalde diepte en meldingen boven een bepaalde diepte.

De provincie is tevens bevoegd gezag voor het verlenen van de ontheffing van de PMV of het beoordelen van de melding op grond van de PMV. Een melding op grond van een voorschrift dat aan een omgevingsvergunning is verbonden, wordt gedaan aan het bevoegd gezag voor die vergunning. Dit kan ook de gemeente zijn.


Winning uit oppervlaktewater

In verschillende provincies wordt daarnaast drinkwater gewonnen uit oppervlaktewater. Daarvoor geldt geen beschermingszone op grond van de PMV, maar wel een vergelijkbare bescherming op grond van de waterplannen van Rijk, provincie en waterbeheerders.


Gebiedsdossiers

Om integraal inzicht te krijgen in de knelpunten voor bescherming van de drinkwaterwinningen hanteren provincies het vrijwillige instrument gebiedsdossier. In deze gebiedsdossiers wordt per beschermingsgebied integraal in beeld gebracht welke knelpunten en bedreigingen aan de orde zijn en welke maatregelen getroffen dienen te worden. De gebiedsdossiers vormen de basis voor de beschrijving van drinkwateronttrekkingen in de stroomgebiedbeheerplannen Kaderrichtlijn Water.