Grondwater onttrekken of infiltreren

Voor de activiteit onttrekken van grondwater of het infiltreren van water in de bodem, kan toestemming nodig zijn van het waterschap of de provincie. Dit kan zijn in de vorm van een vergunning. Maar het is ook mogelijk dat alleen een melding van de activiteit nodig is.

Toelichting op de activiteit

Voor bepaalde activiteiten is het nodig om grondwater te onttrekken of water te infiltreren. Denk bijvoorbeeld aan een productieproces, bodemenergiesysteem, droog houden van bouwputten (bronbemaling) of beregening. Regulering vindt plaats via de Waterwet of waterschapskeur en het bevoegd gezag is afhankelijk van het type grondwateronttrekking.

In beginsel is het waterschap bevoegd gezag voor de vergunningverlening of meldingen.

De grondslag voor vergunningen en meldingen voor de meeste grondwateronttrekkingen en infiltraties (behalve de handelingen genoemd in artikel 6.4 Waterwet) is de Waterschapswet (artikel 78 en artikel 56).
Daarnaast benoemt art. 6.4, 1e lid Waterwet drie typen grondwateronttrekkingen en infiltraties die altijd vergunningplichtig zijn en waarvoor de provincie bevoegd gezag is. Zie: Watervergunning op grond van de keur.

Dit zijn:

  1. Onttrekkingen en infiltraties voor industriële toepassingen, wanneer de te onttrekken hoeveelheid water meer dan 150.000 m3 per jaar is
  2. Onttrekkingen en infiltraties voor de openbare drinkwatervoorziening
  3. Onttrekkingen voor een bodemenergiesysteem.

Zie: provinciale vergunning voor grondwater onttrekking of infiltratie.

Wanneer tegelijk met de grondwateronttrekking of infiltratie meerdere samenhangende activiteiten in het watersysteem plaatsvinden, bijvoorbeeld het lozen van ontrokken water op een oppervlaktewater, dan zal een (integrale) watervergunning worden verleend. Bij de vraag wie bevoegd gezag is, moet gekeken worden naar de regels over samenloop.

Degene die grondwater onttrekt of water infiltreert, is verplicht om metingen te doen van de hoeveelheid van het onttrokken grondwater en de hoeveelheid en kwaliteit van het geïnfiltreerde water. Deze regeling geldt voor zowel vergunningplichtige als vergunningvrije onttrekkingen. En voor zowel de onttrekkingen die onder de bevoegdheid van de provincie vallen als de onttrekkingen waarvoor het waterschap bevoegd is. In artikel 6.11 van het Waterbesluitis deze regeling vastgelegd.

Relatie met andere activiteiten of wetgeving:

  • Deze activiteit kan m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn.
  • Er kan een relatie zijn met bijvoorbeeld Wet bodembescherming (denk aan bodemsanering), Wet milieubeheer of Wabo en daaronder hangende AMvB's (denk aan lozen van bronneringswater op riolering).
  • Meestal moet voor het onttrekken een provinciale grondwaterheffing volgens artikel 7.7 Waterwet worden betaald. De algemene grondwaterbelasting (op grond van de Wet belastingen op milieugrondslag) is per 1-1-2012 vervallen.

Retourneren grondwater in de bodem

Aan de watervergunning voor het onttrekken van grondwater worden voorschriften verbonden ter behartiging van de doelstellingen van de Waterwet. Artikel 6.20 Waterwet biedt hiervoor de juridische grondslag. In de watervergunning kunnen dan ook voorschriften worden opgenomen voor het terugbrengen (een 'lozing') van het onttrokken water in de bodem. Hiermee worden 2 doelstellingen van de Waterwet behartigd:

  1. het op peil houden van de grondwatervoorraad (verdrogingsbestrijding)
  2. het beschermen van de kwaliteit van het grondwater

In het Besluit lozen buiten inrichtingen is bijvoorbeeld in artikel 2.2 lid 5 bepaald dat het lozingsverbod (uit het eerste en tweede lid van dat artikel) niet van toepassing is als in een watervergunning voor het onttrekken van grondwater voorschriften zijn gesteld aan het lozen van dat grondwater in de bodem.

Maar als het bevoegd gezag het retourneren niet regelt in de watervergunning, dan zijn art. 2.2 lid 1 en 2 van het Besluit lozen buiten inrichtingen wel van toepassing. Het retourneren van grondwater, afkomstig van ontwatering, in de bodem is dan algemeen geregeld, in artikel 3.2 lid 2 van het Besluit lozen buiten inrichtingen. In het Activiteitenbesluit, waarmee de activiteiten binnen Wm-inrichtingen worden geregeld, staat eenzelfde constructie.