Onder welke regelgeving valt uit groenafval gezeefde grond?

Vraag

Onder welke regelgeving valt uit groenafval gezeefde grond?

Antwoord

Bij composteren of verwerken tot biomassa van groenafval wordt steeds vaker eerst het daarin aanwezige zand of grond uit het groenafval gezeefd. Het groenafval kan al wat langere tijd in opslag gelegen hebben waardoor het composteerproces al een beetje op gang gekomen is. Met name bij partijen zeefzand met meer dan 10% organische stof is er twijfel over welke regelgeving op het zeefzand van toepassing is: het Besluit Bodemkwaliteit of de Meststoffenwet.

Het uitgezeefde materiaal is geen ‘compost’, ook niet als het organische stofgehalte hoger is dan 10%, maar kan eventueel als ‘grond’ onder de regels van Besluit Bodemkwaliteit (Bbk) worden toegepast. Volgens het Bbk mag er in grond maximaal 20 gewichtsprocenten bodemvreemd materiaal voor zover sprake is van steenachtig materiaal en hout aanwezig zijn, zoals takjes groter dan 2 mm. Ander bodemvreemd materiaal dan steenachtig materiaal en hout (zoals bijvoorbeeld plastic en piepschuim) mag slechts sporadisch in de grond voorkomen. Het zeven vraagt dus de nodige aandacht en kwaliteit. Daarnaast geldt altijd de zorgplicht (artikel 7 Bbk). In sommige toepassingen zijn bijmengingen met bodemvreemd materiaal bovendien ongewenst (denk bijvoorbeeld aan het bovendrijven van takjes of stukken piepschuim bij een toepasssing van een partij in oppervlaktewater).

‘Het opbulken van een groenafval (geen grond) en daarna via bewerking een partij grond laten ontstaan, zien we niet als samenvoegen van grond (met de erkenningsplicht voor BRL 9335), maar als een proces waaruit grond ontstaat. Samenvoegen van verschillende batches of door verschillende verwerkers geproduceerde/opgehaalde/verzamelde (zeef)grond, zien we wel als samenvoegen. Voor deze werkzaamheden geldt wel een erkenningsplicht voor de BRL 9335.

Nota bene: toediening van uit groenafval gezeefde grond op land- of tuinbouwpercelen, als ware het compost, kan risico geven op onkruid­zaden en pathogenen, omdat het onvoldoende verhit is geweest.