Wat houdt de zorgplicht in binnen het Besluit bodemkwaliteit?

Vraag

Wat houdt de zorgplicht in binnen het Besluit bodemkwaliteit?

Antwoord

De zorgplicht houdt in dat als de toepasser weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat nadelige gevolgen kunnen optreden door het toepassen van een bouwstof, grond of baggerspecie, de toepasser maatregelen moet nemen om verontreiniging te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Voor toepassing in oppervlaktewater is een specifieke zorgplicht in het Besluit bodemkwaliteit opgenomen om nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater te voorkomen. Voor toepassing op de landbodem is deze al afdoende opgenomen in (artikel 13 van) de Wet Bodembescherming  en voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam in de Waterwet.

De zorgplicht vormt een vangnet voor situaties waarin sprake is van onzorgvuldig handelen zonder dat een specifiek wettelijk voorschrift wordt overtreden. De zorgplicht geldt bijvoorbeeld ook bij parameters waarvoor geen normen zijn opgenomen of in situaties die zijn vrijgesteld van de verplichte kwaliteitsbepaling.

Zo kent het Besluit bodemkwaliteit geen normen voor bijvoorbeeld nutriënten. Toch moet in het kader van de zorgplicht voorkomen worden dat negatieve effecten op bijvoorbeeld de waterkwaliteit ontstaan. Dit geldt ook bij lozingen in oppervlaktewater die als bijkomend gevolg van een toepassing ontstaan, zoals het vrijkomen van zout water bij het toepassen van zeezand of lozing van water uit een tijdelijk baggerdepot.

In bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit wordt voor niet genormeerde parameters verwezen naar bijlage 6 van de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013.