Wat is het verschil tussen samenvoegen en toepassen van grond of baggerspecie?

Vraag

Wat is het verschil tussen samenvoegen en toepassen van grond of baggerspecie?

Antwoord

Samenvoegen

Samenvoegen ziet op het creëren van een nieuwe partij grond of baggerspecie die vervolgens kan worden toegepast. Het samenvoegen van partijen grond of baggerspecie heeft dus betrekking op handelingen die worden uitgevoerd voordat de grond of baggerspecie wordt toegepast.

Samenvoegen van partijen grond of baggerspecie kan effect hebben op de milieuhygiënische kwaliteit van de grond of baggerspecie. Daarom zijn er regels aan samenvoegen gesteld. Deze volgen uit artikel 4.3.2. van de Regeling bodemkwaliteit. Zo mogen verschillende partijen grond of baggerspecie alleen tot een partij die groter is dan 25m³ worden samengevoegd als deze in dezelfde bodemkwaliteitsklasse zijn ingedeeld.

Daarnaast mag dat alleen worden gedaan door een persoon of instelling die beschikt over een erkenning voor de BRL 9335 of BRL 7500. Dit volgt uit artikel 2.1. lid 1 sub r van de Regeling bodemkwaliteit. Hierin is namelijk het samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie in de zin van artikel 4.3.2. als werkzaamheid aangewezen.

Voor het bepalen of sprake is van één partij heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) onlangs nader invulling gegeven aan de definitie van partij uit het Besluit bodemkwaliteit. In de uitspraak van 25 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2497) overweegt de Raad van State dat gebruik mag worden gemaakt van de criteria genoemd in paragraaf 6.1.2. van protocol 1001, versie 2.1, december 2013. Dat houdt onder andere in dat van een ‘partij’ grond of baggerspecie sprake is wanneer het gaat om een eenduidige en gelijke textuur, bepaald overeenkomstig NEN 5706. Ook moet de grond of baggerspecie afkomstig zijn van aaneengesloten percelen. Aan elk van de in totaal vier criteria die in paragraaf 6.1.2 genoemd staan moet worden voldaan.

Volgens de toelichting bij artikel 4.3.2. van de Regeling bodemkwaliteit is van samenvoegen geen sprake is wanneer de afzonderlijke partijen in een toepassing als bedoeld in artikel 35 Besluit bodemkwaliteit worden gebracht. In een dergelijk scenario behoeft men niet over een erkenning voor de BRL 9335 of BRL 7500 te beschikken. Er is dan sprake van het realiseren van een zogenoemde ‘nuttige toepassing’.

Samenvoegen kan ook aan de orde zijn bij tijdelijke opslag van grond of baggerspecie als bedoeld in artikel 35 onderdeel h van het Besluit bodemkwaliteit, bestemd voor de toepassingen genoemd in artikel 35 onderdeel a t/m e. Partijen grond of baggerspecie mogen zoals hierboven uitgelegd uitsluitend door een erkende instelling overeenkomstig BRL 9335 of BRL 7500 worden samengevoegd in een tijdelijke opslag. Enige uitzondering hierop is de situatie dat de tijdelijke opslag feitelijk op hetzelfde perceel is gelegen waar de grond of baggerspecie uiteindelijk wordt toegepast. Bij die uitzondering voldoet de tijdelijke opslag immers eveneens aan de omschrijving van de handeling bedoeld in artikel 35 onderdeel a t/m e Besluit bodemkwaliteit. Als de tijdelijke opslag elders ligt dan is er sprake van samenvoegen.

Samenvoegen zal onder de herziene Omgevingswet net als nu alleen mogelijk zijn wanneer men over een erkenning beschikt. Onder de Omgevingswet (Aanvullingsbesluit bodem) zijn het toepassen van grond en baggerspecie en tijdelijke opslag als aparte milieubelastende activiteiten gereguleerd.

Toepassen

Toepassen ziet op de handelingen met grond of baggerspecie zoals omschreven in artikel 35 van het Besluit bodemkwaliteit. Het gaat in dit artikel om het gebruik van grond of baggerspecie in bijvoorbeeld bouw- en wegconstructies, ophogingen of verondiepingen van een oppervlaktewaterlichaam. De partijen worden toegepast om blijvend onderdeel van de bodem te worden. Ze kunnen daarna niet meer gescheiden worden toegepast. Wel moet in dergelijke situaties de voorgenomen toepassing van iedere partij afzonderlijk gemeld worden.

De Afdeling heeft, in de hierboven aangehaalde uitspraak naast de definitie van ‘partij’ ook bepaald dat in de gevallen dat een voorgenomen toepassing niet tijdig en juist is gemeld dit geen onderscheidend criterium is om te beoordelen of er sprake is van toepassen. Bepalend is of de handelingen voldoen aan de omschrijving van artikel 35 Besluit bodemkwaliteit.