Moet bij de beoordeling van grond voor een fabrikant-eigenverklaring, getoetst worden aan het k-waarde criterium uit artikel 3.5.1. eerste lid onder c. van de Regeling bodemkwaliteit?

Vraag

Moet bij de beoordeling van grond voor een fabrikant-eigenverklaring, getoetst worden aan het k-waarde criterium uit artikel 3.5.1. eerste lid onder c. van de Regeling bodemkwaliteit?

Antwoord

Neen. Het afgeven van fabrikant-eigenverklaringen voor zowel bouwstoffen als voor grond en baggerspecie geschiedt op gelijke wijze; namelijk overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.5 van de Regeling bodemkwaliteit. Artikel 4.3.7 van de Regeling bodemkwaliteit stelt namelijk dat voor het afgeven van een fabrikant-eigenverklaring voor grond of baggerspecie door een producent paragraaf 3.5 (fabrikant-eigenverklaring voor bouwstoffen) van overeenkomstige toepassing is. Hierbij wordt volgens paragraaf 4.2 van de regeling bodemkwaliteit vastgesteld of, in afwijking van artikel 3.5.1, eerste lid, sprake is van overschrijding van een achtergrondwaarde als bedoeld in tabel 1 of 2 van bijlage B.

Dit betekent dat grond en baggerspecie in het kader van de afgifte van een fabrikant-eigenverklaring door een producent niet wordt getoetst aan het k-waarde criterium (k-waarde > 2,07), maar dat grond en baggerspecie in dat kader worden  getoetst aan de achtergrondwaarden in de tabellen 1 en 2 van bijlage B van de regeling.

Voor het afgeven van een fabrikant-eigenverklaring voor grond of baggerspecie door de producent moet dus:

  • in afwijking op artikel 3.5.1 lid 1 onder a en b (asbest), getoetst worden aan de achtergrondwaarde in tabellen 1 en 2 van bijlage B van de Regeling. Daarbij moeten alle uitgevoerde keuringen in het toelatingsonderzoek voldoen aan deze achtergrondwaarde.
  • in afwijking op artikel 3.5.1 lid onder c, is toetsing aan het k-waarde criterium niet van toepassing.
  • alle overige bepalingen van paragraaf 3.5 zijn van overeenkomstige toepassing op grond en baggerspecie, waaronder de bepaling dat de producent moet beschikken over een werkend systeem van interne kwaliteitsbewaking als bedoeld in artikel 3.5.4 van de Regeling (artikel 3.5.1 lid 1 onder d).