Wat zijn nuttige en functionele toepassingen van grond en baggerspecie?

Vraag

Wat zijn nuttige en functionele toepassingen van grond en baggerspecie?

Antwoord

In artikel 5 van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) is vastgelegd dat het Bbk van toepassing is op het toepassen van bouwstoffen, grond of baggerspecie, voor zover geen grotere hoeveelheid wordt toegepast dan volgens gangbare maatstaven nodig is én dat de toepassing volgens gangbare maatstaven nodig is op de plaats of onder de omstandigheden waar deze plaatsvindt. De vraag of toepassingen ‘functioneel’ zijn, wordt dus bepaald door wat wij daar als maatschappij van vinden.

De wensen rondom de inrichting van ons land worden vertaald in ruimtelijke plannen, waterplannen of inrichtingsplannen. Hierin is bijvoorbeeld opgenomen dat een weg wordt aangelegd en op basis van akoestisch onderzoek ook een geluidswal wordt gerealiseerd om de achterliggende woonwijk te beschermen. Het waterbeheer beoogt een betere waterkwaliteit. Via een stelsel van plannen en (aanleg)vergunningen, naast bijvoorbeeld privaatrecht om daadwerkelijk toestemming te krijgen, wordt de inrichting vervolgens voorbereid. Het Besluit bodemkwaliteit wordt pas relevant als bij de gewenste inrichting grond en baggerspecie wordt toegepast.

Functioneel toepassen betekent ook dat niet méér materiaal wordt toegepast dan nodig is voor de functie en is geregeld in genoemde plannen of ontwerpen. Het is bijvoorbeeld niet nuttig om een geluidswal aan te leggen in een gebied waar deze niet is voorzien (en dus niet nodig) of deze hoger of breder te realiseren dan volgens het ontwerp nodig is om het geluid te weren.

Partijen grond en baggerspecie mogen binnen de kaders van het Besluit bodemkwaliteit alleen worden toegepast als sprake is van zo’n voorziene toepassing, waaraan een ruimtelijk besluit ten grondslag ligt. Is dit niet het geval, dan wordt de toepassing gezien als het zich ontdoen van afvalstoffen en gelden volgens de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen strengere regels. In artikel 35 van het Besluit bodemkwaliteit zijn de nuttige toepassingen opgesomd die we nodig achten om het land in te richten.

Nuttige toepassingen volgens artikel 35 van het Besluit bodemkwaliteit zijn:

  1. toepassing in bouw- en wegconstructies, waaronder wegen, spoorwegen en geluidswallen
  2. toepassing in ophogingen van industrieterreinen, woningbouwlocaties en landbouw- en natuurgronden, met het oog op het verbeteren van de bodemgesteldheid
  3. toepassing voor het afdekken van een saneringslocatie of als bovenafdichting voor een stortplaats, met het oog op het voorkomen van nadelige gevolgen voor mens, plant of dier als gevolg van contact met het onderliggende materiaal
  4. toepassing in ophogingen in waterbouwkundige constructies en voor het verondiepen en dempen van oppervlaktewater met het oog op de hoogwaterbescherming, de doelstellingen van de Kaderrichtlijn water, bevordering van natuurwaarden en de vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart
  5. toepassing in aanvullingen, waaronder de herinrichting en stabilisering van voormalige winplaatsen voor delfstoffen, of met het oog op onderhoud en herstel van de toepassingen bedoeld in a tot en met d
  6. verspreiding van baggerspecie uit een watergang over de aan de watergang grenzende percelen, met het oog op het herstellen of verbeteren van de aan de watergang aangrenzende percelen
  7. verspreiding van baggerspecie in oppervlaktewater, uitgezonderd uiterwaarden, gorzen, slikken, stranden en platen, met het oog op de duurzame vervulling van de ecologische en morfologische functies van het sediment
  8. tijdelijke opslag van grond en baggerspecie, bestemd voor de toepassingen bedoeld in onderdeel a tot en met e, gedurende maximaal drie jaar op landbodems of gedurende maximaal 10 jaar in oppervlaktewater
  9. tijdelijke opslag van baggerspecie, bestemd voor toepassingen bedoeld in a tot en met f, gedurende maximaal drie jaar op percelen gelegen naast de watergang waaruit de baggerspecie afkomstig is

Afhankelijk van het type toepassing gelden vervolgens specifieke toepassingsregels.

Uit de evaluatie van het besluit en signalen die bij de helpdesk van Bodem+ zijn binnengekomen is gebleken dat er onduidelijkheden zijn over de interpretatie en reikwijdte van de toepassingen die in artikel 35 genoemd worden. Het blijkt dat enkele toepassingen, zoals bijvoorbeeld ophogingen van recreatieterreinen (in tegenstelling tot industrieterreinen, woningbouwlocaties, landbouw- en natuurgronden) of volledige dempingen van oppervlaktewater onbedoeld niet genoemd zijn. Bij de herziening van het Bbk, in het kader van de overgang naar de Omgevingswet (aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet), zullen de bepalingen uit het huidige artikel 35 waar nodig worden aangepast.