Welke bewijsmiddelen (milieuhygiënische verklaringen) zijn er om de kwaliteit van grond en baggerspecie aan te tonen?

Vraag

Welke bewijsmiddelen (milieuhygiënische verklaringen) zijn er om de kwaliteit van grond en baggerspecie aan te tonen?

Antwoord

Om grond of baggerspecie onder het Besluit bodemkwaliteit te mogen toepassen, moet de kwaliteit van de grond en baggerspecie worden aangetoond met een milieuhygiënische verklaring. Het Besluit bodemkwaliteit kent voor grond en baggerspecie de volgende typen milieuhygiënische verklaringen:

  1. partijkeuring
  2. waterbodemonderzoek NEN 5720 of in-situ partijkeuring NEN 5740
  3. (water)bodemkwaliteitskaart
  4. erkende kwaliteitsverklaring
  5. fabrikant-eigenverklaring

Andere onderzoeken zoals een indicatief bodemonderzoek of een verkennend onderzoek volgens NEN 5740 kunnen niet gebruikt worden als milieu hygiënische verklaring om de kwaliteit.

Hieronder volgt een toelichting over de verschillende milieuhygiënische verklaringen.

Partijkeuring

Bij een partijkeuring worden representatief verdeeld over de partij grepen genomen (meestal tweemaal 50 grepen), waarna twee mengmonsters geanalyseerd worden. Een partijkeuring kan zowel ex-situ (in depot) of in-situ (in de bodem) plaatsvinden. De monsterneming bij een partijkeuring moet plaatsvinden door een BRL 1000 of AS 1000 erkende organisatie volgens protocol 1001. Analyse vindt plaats volgens AP04 door een daarvoor erkende organisatie. Voorafgaand aan een partijkeuring moet een vooronderzoek volgens NEN 5707 plaatsvinden. De regels waaraan partijkeuringen moeten voldoen staan in artikel 4.3.3 van de Regeling bodemkwaliteit.

Waterbodemonderzoek NEN 5720 of in-situ partijkeuring NEN 5740

Een waterbodemonderzoek volgens NEN 5720 is toegestaan als milieuhygiënische verklaring. Uitvoering van het veldwerk vindt plaats door BRL 2000 of AS 2000 erkende organisaties volgens protocol 2003. Analyse van de monsters vindt plaats volgens AS 3000 door een daarvoor erkende organisatie. Voorafgaand aan een waterbodemonderzoek moet een vooronderzoek volgens NEN 5717 plaatsvinden.

Bepaalde onderzoeksstrategieën uit de NEN 5740 zijn toegestaan als milieuhygiënische verklaring volgens het Besluit bodemkwaliteit. Voor toe te passen grond zijn alleen de volgende onderzoeksstrategieën uit de NEN 5740 toegestaan als milieuhygiënische verklaring voor de kwaliteit:

  • onderzoeksstrategie voor de toetsing of sprake is van een schone bodem
  • onderzoeksstrategie voor de toetsing of sprake is van een schone bodem op grootschalige locaties
  • onderzoeksstrategie voor de partijkeuring van niet-schone grond uit diffuus belast gebied met een heterogene verdeling van de verontreinigende stof

Deze onderzoeksstrategieën van de NEN 5740 gaan uit van een monsternemingsintensiteit die in een zelfde orde van grootte ligt als bij de partijkeuring en de erkende kwaliteitsverklaringen. De monsterneming van de partijkeuring moet plaatsvinden door een BRL 1000 erkende organisatie en analyse van de monsters door een AP04 erkend laboratorium. Voorafgaand aan een in-situ partijkeuring moet een vooronderzoek volgens NEN 5725 plaatsvinden. De regels waaraan waterbodemonderzoek en in-situ partijkeuringen volgens NEN 5740 moeten voldoen staan in artikel 4.3.4 van de Regeling bodemkwaliteit.

(Water)bodemkwaliteitskaarten

Naast de voorwaarden die genoemd zijn in artikel 4.3.5 van de Regeling bodemkwaliteit is het aan de lokale bodem- of waterkwaliteitsbeheerder om te bepalen of en onder welke voorwaarden een (water)bodemkwaliteitskaart gebruikt mag worden als milieuhygiënische verklaring. Deze voorwaarden staan vermeld in de nota bodembeheer die hoort bij de bodemkwaliteitskaart. Neem bij twijfel altijd contact op met het bevoegd gezag.

In bepaalde situaties, bijvoorbeeld in heterogene gebieden, kan een partijkeuring de voorkeur hebben, omdat de (water)bodemkwaliteitskaart slechts een voorspelling doet van de kwaliteit van een gebied, terwijl een partijkeuring de kwaliteit daadwerkelijk bepaalt (en dus nauwkeuriger is). Voorwaarde is wel dat degene die de (water)bodemkwaliteitskaart wil gebruiken als milieuhygiënische verklaring een vooronderzoek volgens NEN 5725 (grond) of NEN 5717 (baggerspecie) uitvoert.

Erkende kwaliteitsverklaring

Een erkende kwaliteitsverklaring is een milieuhygiënische verklaring op basis van een productcertificaat volgens een bepaald kwaliteitssysteem waarmee de kwaliteit van de grond of baggerspecie geborgd wordt. De meest voorkomende Beoordelingsrichtlijnen voor grond of baggerspecie zijn BRL 9313, BRL 9321 en BRL 9335. De producent van de grond of baggerspecie moet erkend zijn voor de betreffende BRL. Met een leveringsbewijs kan de relatie tussen de geleverde partij en het productcertificaat aangetoond worden. De regels waaraan een erkende kwaliteitsverklaring moet voldoen staan in artikel 4.3.6 van de Regeling bodemkwaliteit.

Fabrikant-eigenverklaring

Dit is een milieuhygiënische verklaring die door de producent zelf wordt afgegeven, zonder periodieke externe controles door een erkende certificerende instelling en zonder aparte erkenning van de verklaring. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het product ligt dus volledig bij de fabrikant. Deze producten hebben meestal een constante kwaliteit en voldoen vaak (ruimschoots) aan de normen. Zie het overzicht van de afgegeven fabrikant eigen verklaringen. De regels waaraan een erkende kwaliteitsverklaring moet voldoen staan in artikel 4.3.7 van de Regeling bodemkwaliteit.