Op welke wijze kan een risicobeoordeling plaatsvinden bij het vaststellen van verhoogde lokale maximale waarden voor PFAS?

Vraag

Op welke wijze kan een risicobeoordeling plaatsvinden bij het vaststellen van verhoogde lokale maximale waarden voor PFAS?

Antwoord

In artikel 4.8.1. van de Regeling bodemkwaliteit is aangegeven in welke situaties het gebruik van de Risicotoolbox bodem is voorgeschreven:

  1. de lokale maximale waarden hoger zijn dan:

1°. de maximale waarden voor de bodemfunctieklasse van het bodembeheergebied

2°. de maximale waarden van de kwaliteitsklasse van de bodem van het bodembeheergebied, of

3°. de achtergrondwaarden, indien de kwaliteit van de bodem in het bodembeheergebied de achtergrondwaarden niet overschrijdt of

4°. de maximale waarden van de kwaliteitsklasse van de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam in het bodembeheergebied of

5°. de achtergrondwaarden, indien de kwaliteit van de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam in het bodembeheergebied de achtergrondwaarden niet overschrijdt

Vooralsnog kan voor PFAS geen gebruik gemaakt worden van de Risicotoolbox bodem. Vooruitlopend daarop kan het bevoegd gezag het volgende hanteren:

  • Bij het vaststellen van lokale maximale waarden voor het toepassen op de landbodem zijn, met uitzondering van bij toepassingen in grondwaterbeschermingsgebieden geen risico’s te verwachten als de lokale maximale waarden lager zijn dan 7,0 ug/kg voor PFOA en 3,0 ug/kg voor PFOS of voor andere (individuele) PFAS-verbindingen.
  • Als voor lokale maximale waarden worden vastgesteld voor de landbodem die hoger zijn dan 7,0 ug/kg voor PFOA en 3,0 ug/kg voor PFOS of voor andere (individuele) PFAS-verbindingen, kan advies ingewonnen worden bij het RIVM over de risico’s bij het gebruik van de bodem voor een betreffende bodemfunctie(klasse). Hiervoor kan het bevoegd gezag informatie op de website van het RIVM raadplegen: www.rivm.nl/pfas/bodem of contact opnemen met het RIVM.