Kunnen de milieuhygiënische verklaringen erkende kwaliteitsverklaring en fabrikant eigen verklaring nog gebruikt worden? Welke verantwoordelijkheden en verplichtingen heeft de producent?

Vraag

Kunnen de milieuhygiënische verklaringen erkende kwaliteitsverklaring en fabrikant eigen verklaring nog gebruikt worden? Welke verantwoordelijkheden en verplichtingen heeft de producent?

Antwoord

Dit is afhankelijk van de inspanningen en/of onderbouwing van de producent van de grond of baggerspecie (hierna aangeduid als het product). Als onvoldoende of niet door de producent is aangetoond of het product wel of niet belast is met PFAS, kan de toepasser de erkende kwaliteitsverklaring en fabrikant eigen verklaring niet meer gebruiken zonder aanvullend onderzoek (partijkeuring) van de geleverde partij op PFAS.

De producent heeft zelf een verantwoordelijkheid om zo spoedig mogelijk aan te tonen of het product dat onder de erkende kwaliteitsverklaring of fabrikant eigen verklaring geleverd wordt wel of niet belast is op PFAS. De producent kan dit in sommige situaties aantonen dat het product evident onverdacht is op PFAS. Bijvoorbeeld als de grond of baggerspecie afkomstig is uit sedimentpakketten waarvan redelijkerwijs gemotiveerd kan worden dat deze niet belast kan zijn met PFAS. Voor deze motivering is geen vast format (dus vormvrij). Maar bij twijfel heeft de producent de verantwoordelijkheid om de kwaliteit met partijkeuring(en) vast te stellen.

Als uit onderzoek blijkt dat het product geen PFAS bevat (beneden bepalingsgrens) kan het product (na vermelding op de milieuhygiënische verklaring van het product) zonder beperkingen geleverd blijven. Als blijkt dat het product wel PFAS bevat (bijvoorbeeld boven de bepalingsgrens maar beneden de toepassingswaarden), kan het product nog wel onder de milieuhygiënische verklaring worden geleverd, maar moet op de milieuhygiënische verklaring vermeld worden wat het gemeten PFAS-gehalte is en welke toepassingsbeperkingen het product kent (zogenaamde wenken voor de toepasser). Denk hierbij bijvoorbeeld aan een verbod om een partij in oppervlaktewater of in een grondwaterbeschermingsgebied toe te passen.