Welke generieke toepassingswaarden gelden bij hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie op de landbodem (m.u.v. grootschalige toepassingen)?

Vraag

Welke generieke toepassingswaarden gelden bij hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie op de landbodem (m.u.v. grootschalige toepassingen)?

Antwoord

Bij het toepassen van grond of baggerspecie op de landbodem gelden de toepassingswaarden uit onderstaande tabel. Bij een toepassing moet de kwaliteit van de toe te passen partij kleiner dan of gelijk zijn aan de toepassingswaarden. De toepassingseis in de eerste kolom van onderstaande tabel is het resultaat van de dubbele toets aan zowel de eis die geldt voor de functie (landbouw/natuur, wonen of industrie) als de eis die geldt voor niet verslechteren van de bodemkwaliteit/stand-still (landbouw/natuur, wonen of industrie). De strengste van de beide toetsen is de toepassingseis.

Tabel 1: Toepassingswaarden voor het toepassen van grond en baggerspecie op de landbodem (in ug/kg d.s.)(1)
Toepassingseis (o.b.v. andere parameters)* Bijzonderheden t.a.v. grondwater bij de toepassing

PFOS

(ug/kg)

PFOA

(ug/kg)

Overige PFAS (per individuele stof en incl. GenX)

(ug/kg)
Landbouw/natuur (< AW200) Geen 1,4 1,9 1,4
Toepassing binnen grondwaterbeschermingsgebied(2) 0,1 0,1 0,1
Wonen of Industrie Geen 3,0 7,0 3,0
Toepassing binnen grondwaterbeschermingsgebied(2) 0,1 0,1 0,1

*De toepassingseis is het resultaat van de dubbele toets aan zowel de eis die geldt voor de functie (landbouw/natuur, wonen of industrie) als de eis die geldt voor niet verslechteren van de bodemkwaliteit/stand-still (landbouw/natuur, wonen of industrie). De strengste van de beide toetsen is de toepassingseis.

(1) Op de waarden uit deze tabel hoeft tot 10% organisch stof geen bodemtypecorrectie toegepast te worden. Boven 30 % organisch stof wordt gerekend met een percentage van 30% (dit is overeenkomstig de systematiek zoals die op dit moment al voor PAK geldt).

(2) In grondwaterbeschermingsgebieden is de gebiedskwaliteit bepalend. Wanneer de gebiedskwaliteit niet bekend is de rapportagegrens de toepassingwaarde.

Toepassingseisen kwaliteitsklassen landbouw/natuur, wonen en industrie (buiten grondwaterbeschermingsgebieden)

Bij het toepassen van grond en baggerspecie op de landbodem wordt in het kader van het Besluit bodemkwaliteit een zogenaamde dubbele toets gehanteerd. De dubbele toets houdt in dat de kwaliteit van de grond of baggerspecie die wordt toegepast, wordt getoetst aan:

  1. de bestaande kwaliteit van de bodem waarop de grond of baggerspecie wordt toegepast, ingedeeld in een bodemkwaliteitsklasse, en
  2. de bodemfunctie die door de gemeente aan de landbodem is toegekend op de zogenaamde bodemfunctiekaart, uitgedrukt als bodemfunctieklasse.

De dubbele toets (strengste van de twee) bepaalt de toepassingseis. Deze toepassingseis bepaalt welke toepassingswaarden voor PFAS gehanteerd moeten worden.

Als sprake is van een toepassingseis behorende bij de bodemkwaliteitsklasse Wonen of bodemkwaliteitsklasse Industrie, is de toepassingswaarden voor PFOA 7,0 μg/kg d.s. en voor PFOS en de overige PFAS-verbindingen 3,0 μg/kg d.s. Als de toepassingseis behorende bij de bodemkwaliteitsklasse landbouw/natuur is, gelden de landelijke achtergrondwaarden voor PFOA van 1,9 μg/kg d.s. en voor PFOS en andere individuele PFAS van 1,4 μg/kg d.s. als toepassingswaarden.

Decentrale bevoegde gezagen kunnen binnen de kaders die het Besluit bodemkwaliteit hiervoor aangeeft, in het kader van gebiedsspecifiek beleid een andere afweging maken en in een aangewezen bodembeheergebied lagere of hogere toepassingswaarden vaststellen.

Toepassen in grondwaterbeschermingsgebied

In grondwaterbeschermingsgebieden (de gebieden die door de provincie zijn aangewezen als “gebieden voor de drinkwaterwinning”) kan voor het toepassen van grond en baggerspecie worden uitgegaan van de aldaar aanwezige gebiedskwaliteit. Dit betekent dat ook grond- en baggerspecie van elders kan worden toegepast, zolang de kwaliteit dezelfde is als de kwaliteit ter plekke. Indien die niet bekend is of niet lokaal is vast te stellen is de bepalingsgrens de geadviseerde toepassingswaarde, 0,1 μg/kg d.s. Het voorzorgbeginsel brengt met zich mee dat met het oog op het zwaarwegende belang van de drinkwaterwinning geen onnodige risico’s worden genomen.