Welke toepassingswaarden gelden bij het verspreiden van PFAS houdende baggerspecie op het aangrenzende perceel? Moet de kwaliteit van de baggerspecie worden bepaald?

Vraag

Welke toepassingswaarden gelden bij het verspreiden van PFAS houdende baggerspecie op het aangrenzende perceel? Moet de kwaliteit van de baggerspecie worden bepaald?

Antwoord

Voor het verspreiden van baggerspecie uit watergangen op aangrenzende percelen of in een weilanddepot (artikel 35 sub f van het Besluit bodemkwaliteit) geldt de toepassingswaarden van 7 μg/kg ds voor PFOA en 3 μg/kg ds voor PFOS en andere individuele PFAS. Deze toepassingswaarden gelden in principe ook in grondwaterbeschermingsgebieden (omdat er bij het verspreiden op aangrenzende percelen vanuit gegaan kan worden dat sprake is van gebiedseigen materiaal), tenzij de gemeente daarvoor in lokaal beleid strengere toepassingswaarden heeft vastgesteld.

Omdat de baggerspecie in een watergang daarin door afspoeling van grond van de aangrenzende terreinen is terechtgekomen, zal de baggerspecie over het algemeen dezelfde kwaliteit hebben als de landbodem waarop de baggerspecie wordt toegepast. Daarom is het bij al uitgevoerde onderzoeken niet altijd nodig om de kwaliteit van de baggerspecie te bepalen als er vanuit het vooronderzoek geen aanwijzingen zijn op puntbronnen. Wel wordt in het handelingskader aangeraden om bij nieuw uit te voeren waterbodemonderzoek een aantal representatieve metingen te doen om te controleren of er geen sprake is van onverwacht hoge waarden van PFAS in de baggerspecie. Dit kan duiden op een voor de watergang niet-representatieve verontreiniging als gevolg van een puntbron. Door het toepassen van baggerspecie waarin uitschieters van PFAS zijn aangetroffen, zal de bestaande bodemkwaliteit verslechteren. Deze lokaal sterker verontreinigde baggerspecie mag daarom niet worden toegepast.

Voor onderzoeken naar de kwaliteit van baggerspecie die na 8 juli 2019 (de datum waarop het handelingskader van kracht werd) zijn uitgevoerd, is het wenselijk om ook op PFAS te analyseren. Dit is niet nodig als een waterbeheerder - in afstemming met gemeenten en/of omgevingsdiensten – heeft aangetoond dat de PFAS-gehalten in de baggerspecie in zijn beheergebied ruimschoots aan de toepassingswaarden voldoen.

Let op: het kan zijn dat een gemeente lokaal beleid heeft vastgesteld dat afwijkt van de toepassingswaarden en onderzoeksverplichtingen uit het handelingskader. Als dat het geval is, prevaleert het lokale beleid.