Op welke PFAS-verbindingen moet geanalyseerd worden?

Vraag

Op welke PFAS-verbindingen moet geanalyseerd worden?

Antwoord

Bij de analyse op PFAS wordt geadviseerd om de advieslijst voor PFAS, versie 12 juli 2019 (pdf, 342 kB) te hanteren. Als op basis van vooronderzoek verwacht wordt dat ook andere dan in deze advieslijst opgenomen PFAS-verbindingen verhoogd voor kunnen komen in de (water)bodem, bijvoorbeeld in geval van een puntbron, moet het parameterpakket voor PFAS uitgebreid worden met de specifieke te verwachten PFAS-verbindingen. Er zijn aanwijzingen dat in heel Nederland (en West-Europa) met grote waarschijnlijkheid PFOS en PFOA diffuus worden aangetroffen. Deze stoffen moeten daarom altijd worden geanalyseerd (zowel lineair als vertakt).

Gekomen is tot de voorliggende bredere advieslijst van 30 stoffen (28 waarvan 2 lineair en vertakt) omdat uit eerste onderzoeksresultaten is gebleken dat naast PFOS en PFOA ook deze andere PFAS-verbindingen diffuus in de (water)bodem kunnen voorkomen in Nederland. Van deze stoffen is (nog) niet bekend dat deze overal in Nederland verspreid diffuus voorkomen, maar ze worden in analyses vaak in combinatie met PFOS en PFOA aangetroffen.

Bij het vaststellen van het definitieve toetsingskader of zoveel eerder als mogelijk op basis van onderzoeksresultaten, zal aan de hand van de evaluatie van de resultaten van de meetcampagne en een onderzoek door het RIVM op een breder pakket aan PFAS-verbindingen, worden nagegaan of de advieslijst moet worden aangepast. Mocht de advieslijst worden aangepast dan blijven metingen die zijn uitgevoerd voorafgaand aan de aanpassing van dat pakket bruikbaar in het kader van het Besluit bodemkwaliteit zonder dat deze op andere PFAS moeten worden uitgebreid.