Welke erkenningen zijn nodig voor het nemen van grondwatermonsters bij een open bodemenergiesysteem?

Vraag

Welke erkenningen zijn nodig voor het nemen van grondwatermonsters bij een open bodemenergiesysteem?

Antwoord

Welke erkenning nodig is hangt af van de aanleiding voor het nemen van het grondwatermonster. Op hoofdlijnen zijn er twee aanleidingen, elk met haar eigen erkenningsplicht.

  1. Het controleren van het functioneren (beheer en onderhoud) van het open bodemenergiesysteem: erkenning nodig op basis van BRL SIKB 11000.
    Het is van belang dat een open bodemenergiesysteem doet wat het belooft: het leveren van koude en warmte. Periodieke monitoring van de staat van het grondwater voor het functioneren van het systeem is hiervoor van belang. Hiervoor genomen grondwatermonsters worden geanalyseerd op een aantal (macro)parameters, zoals zuurgraad (pH), elektrische geleidbaarheid (EC), calcium (Ca) en zuurstofgehalte (O2). Beheer en onderhoud van het ondergrondse deel van een open bodemenergiesysteem valt onder de erkende werkzaamheid in de zin van de Regeling bodemkwaliteit (art. 2.1 onder u). Het nemen van deze grondwatermonsters moet daarom passen in het voor het systeem opgestelde beheer- en onderhoudsplan. Het opstellen daarvan mag alleen worden gedaan door een bedrijf met een erkenning op basis van BRL SIKB 11000. In het beheer- en onderhoudsplan kan het erkende bedrijf opnemen dat het laboratoriumonderzoek van de watermonsters, en de daarvoor benodigde monsterneming, mag worden uitbesteed aan niet erkende bedrijven. Dit is vastgelegd in BRL 11000, paragraaf 3.2.6, Uitbesteden van werkzaamheden (tabel 2). Een erkenning op basis van BRL SIKB 2000 is voor deze werkzaamheden niet verplicht.
  1. Het controleren van een aanwezige grondwaterverontreiniging ter plaatse van of nabij het bodemenergiesysteem: erkenning nodig op basis van BRL of AS SIKB 2000.
    Als een bodemenergiesysteem is geplaatst ter plaatse van of nabij een grondwaterverontreiniging moet veelal gemonitord worden of de werking van het bodemenergiesysteem de verontreiniging beïnvloedt en zo ja, op welke manier. Soms is het gewenst dat het systeem de verontreiniging beïnvloedt, bijvoorbeeld in het kader van gebiedsgericht grondwaterbeheer (denk aan de Utrechtse biowasmachine), maar het kan ook zijn dat dit juist niet moet gebeuren. In beide situaties moet de milieuhygiënische kwaliteit van het grondwater gemonitord worden. De grondwatermonsters die hiervoor periodiek worden genomen, worden geanalyseerd op de verontreinigende stoffen waarvan bekend is dat ze deel uitmaken van de grondwaterverontreiniging. Het nemen van dergelijke monsters is een erkende werkzaamheid in de zin van de Regeling bodemkwaliteit (art. 2.1 onder l). Daarom mogen deze monsters alleen worden genomen door een organisatie in bezit van een erkenning op basis van BRL of AS SIKB 2000 (Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek), met ten minste protocol 2002 (Het nemen van grondwatermonsters) in de scope. Dat bedrijf moet de monsters nemen volgens protocol 2002. Een erkenning op basis van BRL SIKB 11000 is hiervoor niet nodig.