Wat zijn de gevolgen voor certificaathouders in geval van schorsing van een certificerende instelling gedurende zes maanden?

Vraag

Wat zijn de gevolgen voor certificaathouders in geval van schorsing van een certificerende instelling gedurende zes maanden?

Antwoord

Tussen het ministerie van I&M en Bodem+ is besproken wat de schorsing van de erkenning van een certificerende instelling (CI) voor effect heeft voor de CI zelf en voor de klanten van de CI, de certificaathouders. De uitkomst hiervan is in het onderstaande antwoord verwoord:

  1. Gedurende de termijn van schorsing blijven de nu geldige certificaten van de certificaathouders op basis van art 23, lid 4 van het Besluit bodemkwaliteit geldig voor een termijn van zes maanden, dit ongeacht of een nu geldig certificaat in deze periode van zes maanden anders zou aflopen.
  2. Gedurende de schorsing mag de CI de werkzaamheden uitvoeren voor de bestaande certificaathouders onder de bestaande certificaten. Dit houdt in dat de normale periodieke audits mogen worden uitgevoerd alsmede het controleren van de personele dynamiek onder de geldige certificaten waarbij persoonsregistratie van toepassing is. Als er bij certificaathouders dus personele mutaties zijn, waarbij geregistreerde personen onder een bestaand certificaat moeten worden toegevoegd, dan is dat mogelijk. Hiervoor is gekozen juist om bestaande klanten van een CI niet de dupe te laten zijn van een schorsing voor zover het een bestaand contract en staande afspraken over audits etc. betreft. Dit alles uiteraard tot maximaal de onder punt 1 gestelde periode van zes maanden.
  3. Op basis van het Besluit en de regeling is het niet mogelijk voor de CI om gedurende de schorsing nieuwe certificaten af te geven. Dit geldt dus voor nieuwe klanten maar ook voor bestaande klanten die bijvoorbeeld werkzaamheden willen uitbreiden en zich dus voor een andere BRL willen laten certificeren.