Moeten de milieukundige begeleiding en de uitvoering van de sanering van een bodemsanering altijd worden uitgevoerd door voor de BRL 6000 (milieukundige begeleiding van bodemsanering) en BRL 7000 (uitvoering van bodemsanering) erkende bodemintermediair

Vraag

Moeten de milieukundige begeleiding en de uitvoering van de sanering van een bodemsanering altijd worden uitgevoerd door voor de BRL 6000 (milieukundige begeleiding van bodemsanering) en BRL 7000 (uitvoering van bodemsanering) erkende bodemintermediair?

Antwoord

Erkenning voor de begeleiding en uitvoering is alleen verplicht als het gaat om:

  • saneringen die vallen onder het saneringsregime van de Wet bodembescherming (art. 29, 39 e.v.) en BUS (art. 39b);
  • bodemherstel (art. 13, 27) inclusief herstel bij ongewone voorvallen (art. 30 e.v.).

Bij bodemsanering van historische bodemverontreinigingen (ontstaan voor 1 januari 1987) is het van belang of het gaat om een ernstig of niet ernstig geval. Alleen de sanering van een ernstig geval moet door een erkende persoon of instelling worden uitgevoerd en milieukundig begeleid. Hoe vastgesteld kan worden of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging staat omschreven in de circulaire bodemsanering 2012. Bij een niet ernstig (en historisch) geval van bodemverontreiniging (< 25 m3 bodemvolume grond of < 100 m3 bodemvolume grondwater verontreinigd tot boven de interventiewaarde) is dus niet noodzakelijk dat de uitvoering en begeleiding worden uitgevoerd door erkende bedrijven.
Bodemonderzoek dat volgens artikel 28 moet worden uitgevoerd en bij de melding moet worden gevoegd moet worden uitgevoerd door een erkende persoon of instelling. Als uit dit onderzoek blijkt dat het gaat om een niet ernstig geval van bodemverontreiniging dan hoeft er geen sanering te worden uitgevoerd. Als in dat niet ernstige geval verontreinigde grond wordt afgegraven dan is de saneringsparagraaf van de Wbb daarop niet van toepassing. Dit afgraven hoeft dan bovendien niet te worden uitgevoerd door een erkende persoon of instelling.

Bij bodemherstel (bodemverontreinigingen ontstaan na 1 januari 1987) is het niet relevant of het gaat om een ernstig of een niet ernstig geval. Hierbij moet het herstel (volledig verwijderen van de verontreiniging) worden uitgevoerd door een erkende persoon of instelling. Een uitzondering wordt gemaakt als bij een ongewoon voorval acuut maatregelen moeten worden getroffen (doorgaans eerste 24 uur na ontdekking van het ongewone voorval). Zie hiertoe het 3e lid van artikel 2.1 van de Regeling bodemkwaliteit (inclusief de toelichting bij dit artikel). Deze uitzondering geldt alleen voor de uitvoering van de bodemsanering, d.w.z. dat de te nemen controlemonsters (milieukundige begeleiding) en analyses wel degelijk moeten worden uitgevoerd door erkende instellingen en/of personen.