Kaderrichtlijn water, Grondwaterrichtlijn en maatschappelijke opgaven

De Europese Kaderrichtlijn water (KRW) en de Grondwaterrichtlijn (GWR) zijn in de Waterwet geïmplementeerd. De Waterwet gaat straks op in het stelsel van de Omgevingswet. Daarmee zijn beide richtlijnen volledig geïmplementeerd en bieden bescherming voor het grondwater.

De KRW kent specifieke doelstellingen voor grondwater en in het bijzonder ook voor water dat voor menselijke consumptie wordt gebruikt (drinkwater en proceswater voor bijvoorbeeld de voedings- en genotmiddelenindustrie).

De GWR vult een aantal KRW-doelstellingen in en geeft aan wanneer maatregelen aan de orde zijn. De KRW eist een maatregelenprogramma om te zorgen dat uiterlijk in 2027 de doelstellingen bereikt worden. Alleen wanneer er een goed gemotiveerd beroep mogelijk is op de door de richtlijnen geboden uitzonderingsgronden kunnen maatregelen achterwege blijven. De primaire verantwoordelijkheid om uitvoering te geven aan de KRW en GWR ligt bij de provincie.

Naast het uitvoering geven aan de KRW zullen overheden vooral ook eigen motieven hebben om werk te maken van de bescherming van de grondwaterkwaliteit. Niet in de laatste plaats vanwege de toegenomen drukte in de ondergrond. Maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie (denk aan bodemenergie en geothermie), ondergronds bouwen, bodemdaling, droogtebestrijding, aanpak van opkomende stoffen (zeer zorgwekkende stoffen) en de zoetwatervoorziening maken dat van de praktijk een integrale visie en werkwijze wordt verwacht. Bepaald geen nieuws voor Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen die al jaren gebieds- en opgavegericht samenwerken. Maar hoe hieraan vorm te geven met het instrumentarium van de Omgevingswet?

Zie daarvoor:


Waterinlaat De Kwal Castricum 2013-01-13

KRW-doelen voor grondwater

De KRW kent specifiek voor grondwater de volgende doelen:

  1. Het bereiken van een goede chemische en goede kwantitatieve toestand van grondwaterlichamen;
  2. Het voorkomen van achteruitgang van de toestand;
  3. Het ombuigen van significante en aanhoudend stijgende trends;
  4. Het voorkomen en beperken van de inbreng van verontreinigende stoffen naar het grondwater.

De GWR beschrijft voor bovenstaande doelen wanneer een doel bereikt is. Ook geeft de GWR het kader om te bepalen wanneer maatregelen aan de orde zijn en wanneer deze eventueel door een beroep te doen op een uitzonderingsbepaling gemotiveerd achterwege gelaten kan worden.

Daarnaast kent de KRW een specifiek doel dat zich richt op water dat bestemd is voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd (oppervlakte- en grond)water. Hierin zijn twee verplichtingen opgenomen:

  • Het voorkomen van achteruitgang van de kwaliteit van elk oppervlakte- en grondwaterlichaam waarin een waterwinlocatie gelegen is, waarbij het risico bestaat dat het niveau van zuivering moet worden verhoogd.
  • Het streven naar verbeteren van de kwaliteit van elk oppervlakte- en grondwaterlichaam waarin een waterwinlocatie gelegen is, om de zuiveringsinspanning te verminderen.

Door middel van de KRW-monitoring wordt informatie verkregen of er voldaan wordt aan deze doelstellingen en wanneer maatregelen aan de orde zijn.