Overgang WVO in Waterwet

De Waterwet, die per 22 december 2009 van kracht is geworden, zorgt voor een duidelijke afbakening met de Wet milieubeheer. In tegenstelling tot z'n voorganger de Wvo, is de Waterwet nergens van toepassing op indirecte lozingen: lozingen op rioolstelsels, vuilwaterriolen, hemelwaterriolen en ontwateringstelsels. De Waterwet is van toepassing op lozingen die direct in het oppervlaktewater plaatsvinden en lozingen rechtstreeks op de RWZI. Alle overige lozingen vallen onder de Wet milieubeheer.

De overgangsregelingen

Wat gebeurt er nu met de bestaande voorschriften op grond van de Wvo voor indirecte lozingen in vergunningen of AMvB's met de komst van de Waterwet? Het simpele antwoord is, dat deze Wvo-voorschriften van rechtswege Wm-voorschriften worden. Het gaat allemaal vanzelf en de bevoegde instanties hoeven nauwelijks actie te ondernemen. Van belang is wel dat de waterbeheerder zorgt dat het Wm-bevoegd gezag de relevante dossiers krijgt en het zal in veel gevallen ook nuttig zijn dat er een overdrachtsoverleg of iets dergelijks plaatsvindt. Artikel 2.25 van de invoeringwet Waterwet bevat de overgangsregeling van de Wvo-vergunning naar de Watervergunning of, bij indirecte lozingen, naar de Wm-vergunning, die per 1 oktober 2010 op is gegaan in de omgevingsvergunning.

Er zijn een aantal concrete overgangsregelingen te onderscheiden:

  1. De Wvo-vergunning voor een indirecte lozing wordt onderdeel van de Wm-vergunning en is per 1-10-2010 opgegaan in de omgevingsvergunning. Als de lozing plaatsvindt buiten een inrichting, wordt de Wvo-vergunning een ontheffing op grond van artikel 10.63 Wm.
  2. Het Activiteitenbesluit was al voorbereid op deze overgang en zal door de Waterwet geen inhoudelijke wijzigingen ondergaan. Alleen de juridische grondslag wijzigt. De taken van de waterbeheerder gaan over naar het Wm/Wabo-bevoegd gezag. Niet geregelde lozingen in het oppervlaktewater kunnen nu worden toegestaan met een watervergunning, terwijl dat onder de Wvo een maatwerkvoorschrift op grond van artikel 2.2 Activiteitenbesluit was.
  3. Het Besluit glastuinbouw bevatte voor indirecte lozingen voorschriften op grond van de Wm en voorschriften op grond van de Wvo. De Wvo-voorschriften voor indirecte lozingen zijn Wm-voorschriften geworden. Het besluit kreeg dus twee delen Wm-voorschriften voor indirecte lozingen. Per 1 januari 2013 is het Besluit glastuinbouw ingetrokken met opname van agrarische activiteiten, waaronder glastuinbouw, in het Activiteitenbesluit.

De overgangsregeling bij een lopende procedure

In het geval dat op het moment dat de Waterwet van kracht wordt een procedure loopt voor een Wvo-vergunning voor een indirecte lozing is in artikel 2.29 Invoeringswet Waterwet geregeld dat de lopende procedure onder het oude recht, dus volgens de procedure van de Wvo, door de waterbeheerder wordt afgehandeld. In het Waterbesluit is vervolgens geregeld dat die Wvo-vergunning, zodra die onherroepelijk wordt, van rechtswege een onderdeel van de Wm-vergunning wordt of als het geen inrichting is, een onderdeel van de ontheffing op grond van artikel 10.63 Wm.